Lokaal en Europees onderzoek tegelijk doen: Journalismfund wil het mogelijk maken
Nieuws | Onderzoeksjournalistiek‘Het idee voor de beurs borrelde al een tijdje’, vertelt hij. ‘De nationale staten worden steeds meer uitgekleed. Verantwoordelijkheden gaan of naar de EU of juist naar lokale overheden. Dat laatste kan goed zijn, het brengt de politiek dichter bij de mensen en creëert meer betrokkenheid. Maar als de macht lokaal wordt, moet de lokale journalistiek ook versterkt worden. Het gevaar is namelijk dat er op stedelijk niveau minder pottenkijkers zijn.’
En inderdaad, het is juist de lokale journalistiek die in zwaar weer verkeert. ‘In Nederland gaat het de verkeerde kant op, in België is het nooit de goede kant op gegaan. Voor diepergaand onderzoek is er bij lokale media bijna nooit geld en ruimte.’
Identieke problemen
Lokaal en tegelijkertijd Europees, dat klinkt als een tegenstelling, maar volgens Debruyne is het een logische combinatie: ‘Veel problemen zijn identiek. Denk alleen maar aan huisvesting, armoede, milieu of drugsoverlast. Deze problemen worden vaak op een hoger niveau gecreëerd, door EU-beleid, maar de effecten zijn juist lokaal voelbaar.’ Het lokale nieuws heeft dus vaak een Europese dimensie.
De gezamenlijke aanpak voorkomt navelstaarderij, denkt Debruyne. Door naar vergelijkbare steden over de grens te kijken, verbreden journalisten hun horizon. Ze zoeken oorzaken van problemen vaak in de lokale politiek, maar soms liggen die juist op internationaal niveau. ‘Als je binnen België steden gaat vergelijken, dan gaat het al snel over de politieke kleur van het bestuur. Heeft links of rechts het beter gedaan? Kijk je naar andere steden in Europa, dan heb je een betere benchmark. Dan kijk je niet vanuit het ideologische frame, maar naar de essentie: hoe gaan steden met een bepaalde problematiek om en waarom?’
Minder kwetsbaar
Door samen te werken, zijn de journalisten bovendien minder kwetsbaar, zegt Debruyne. ‘Als je in verschillende media publiceert, heb je meer impact. Sommige lokale media hebben een gigantisch bereik, denk aan AT5 in Amsterdam of Bruzz in Brussel. Gecombineerd bereik je dan miljoenen mensen.’
Het helpt bovendien om sterk te staan tegenover de lokale wethouder of burgemeester. Doordat de lijntjes kort zijn en de journalisten nog wel vaker met de wethouder of burgemeester door een deur moeten, is het stellen van kritische vragen soms moeilijk. ‘Zo’n samenwerking werkt dan ook als breekijzer: waarom wil je de informatie niet geven? Daar krijgen we ze wel!’
Kleine schaal
Het klinkt allemaal heel logisch, dus waarom komt de pilot nu pas? Volgens Debruyne was het lastig om financiering te vinden. ‘Niemand was bereid om zo’n pilot te financieren, want fondsen zijn meestal nationaal georganiseerd. We willen ze in de toekomst overtuigen mee te doen door te zeggen: een onderdeel wordt gedaan door bijvoorbeeld een Duitse journalist. Dan heb je een Duits, lokaal verhaal. Maar tegelijkertijd is het onderdeel van een breder Europees verhaal.’
Tot het zover is, begint de pilot op kleine schaal. In deze ronde is er 56.000 euro beschikbaar. Alleen freelancers mogen daarom voorstellen indienen voor vergoeding voor onderzoekstijd. ‘Het is een lastige keuze, maar journalisten in dienst krijgen al een salaris. Wel kunnen redacties aanspraak maken op subsidie voor onkosten. Dat kan soms net het verschil maken tussen een ja of nee van een hoofdredactie.’
Zetje
Evert de Vos, voorzitter van de VVOJ, denkt ook dat de pilot een impuls kan zijn voor samenwerkingen, maar hij is ook kritisch. ‘Er wordt al veel samengewerkt, maar dat is dan in een internationale context, zoals ICIJ. Er zijn weinig problemen die alleen typisch Nederlands en Vlaams zijn.’ Zo’n samenwerking moet wel meerwaarde hebben, vindt hij. Het onderzoek naar het Nederlands-Belgische biotechbedrijf Galapagos door het FD en De Tijd, dat genomineerd was voor de Loep 2019, vindt hij daar een goed voorbeeld van.
Dat soort onderwerpen liggen alleen niet voor het oprapen, stelt De Vos. ‘De onderwerpen dienen zich niet massaal aan. Je moet moeite doen en op zoek gaan.’ Dat is voor lokale journalisten die vaak al in zwaar weer verkeren niet makkelijk. ‘Zo’n beurs kan net het zetje geven om bewust op zoek te gaan.’
Elkaars niveau opkrikken
Dat hoopt Debruyne ook. Hij vindt het spannend wat de oproep gaat opleveren. De deadline is op 12 oktober. ‘Journalisten kennende, leveren ze pas iets in vlak voor de deadline, maar ik heb wel gehoord dat er al samenwerkingen worden gesmeed. We hopen op minimaal vijf, maximaal tien verhalen. Dat betekent zo’n vijf- tot tienduizend euro per project.’
Uiteindelijk staat en valt het succes van de pilot met de kwaliteit van de verhalen. Debruyne denkt dat de journalisten elkaars niveau gaan opkrikken. ‘Je wilt niet onderdoen voor de buitenlandse collega en gaat dus harder lopen. Ik noem dit een ‘joint responsibility’, daarin is de zwakste schakel je zwakte, dus iedereen wil voorkomen dat te zijn.’
Als de pilot slaagt, is het slechts het begin van een grotere Europees-lokale samenwerking, aldus Debruyne. ‘Ons ultieme doel is een netwerk van lokale journalisten die ideeën delen en gezamenlijk onderzoeken opzetten, zonder ons toedoen, bijvoorbeeld in een soort online kenniscentrum. Daarvoor moeten ze elkaar wel weten te vinden, dat willen we graag faciliteren.’
Foto: Alex Wong
Meer weten of subsidie aanvragen?
Alle informatie over de pilot Journalismfund.eu Local vind je hier. Een aanvraag voor subsidie kun je doen tot 12 oktober aanstaande.
Lees ook:
Vanuit heel Europa spitten in corruptie en migratie: Lighthouse Reports bundelt krachten van journalisten