© Unsplash

Mag een redacteur actievoeren? ‘Ik ga niet over de privétijd van journalisten’

Nieuws | Op de werkvloer

Hete hangijzers als de oorlog in Gaza en de klimaatcrisis: sommige journalisten spreken zich er duidelijk over uit. Bijvoorbeeld door op sociale media te posten over hun deelname aan een pro-Palestina-demonstratie of klimaatmars. Hoe activistisch mogen journalisten zijn, als het aan hun leidinggevenden ligt? Hebben redacties daar beleid voor? Drie chefs vertellen. 

Er zijn vast NRC-redacteuren bij de Rode Lijn-protesten geweest, daar twijfelt hoofdredacteur Patricia Veldhuis niet aan. Of ze daar een probleem mee heeft? ‘Absoluut niet. Ik heb zelf ook weleens meegelopen in een demonstratie. Je bent redacteur, maar je bent óók burger. En als burger mag je je zorgen laten blijken.’

Objectief blijven

NRC stuurde ook verslaggevers naar de Rode Lijn. Zij waren daar onder werktijd en deden verslag námens de krant. Dat is een verschil, stelt Veldhuis. ‘In je privétijd mag je van alles vinden van een onderwerp. Maar schrijf je daar vervolgens over, dan doe je dat zoals NRC over elk onderwerp schrijft: met een open vizier en zo objectief mogelijk. We doen onderzoek, verzamelen feiten en laten mensen met verschillende perspectieven aan het woord.’ Tegelijk is nieuws nooit helemaal neutraal, benadrukt ze. ‘De keuze voor een onderwerp is al gekleurd.’

Journalistieke code

Voor richtlijnen rondom activisme verwijst Veldhuis naar de NRC Code. Daarin staat bijvoorbeeld dat NRC-redacteuren hun naam niet mogen verbinden aan actiegroepen. Ook moeten ze zich onthouden van politieke nevenfuncties of -activiteiten. Wel mogen ze lid zijn van een politieke partij, zoals elke burger. Veldhuis: ‘Samenvattend: als redacteur ben je geen activist. Maar als burger mag je je natuurlijk wel uitspreken en demonstraties bijwonen.’

In de journalistieke code van BNR Nieuwsradio, en de gedragscode van FD Mediagroep , waar BNR onder valt, staan vergelijkbare passages. Demonstraties worden er niet in genoemd. ‘Ik werd wel getriggerd door de vraag,’ zegt nieuwschef Yannick Eling. ‘Want we hebben geen vast beleid rondom activisme onder journalisten. In ieder geval niet in de vorm van een A4’tje op de redactie.’

Nu zijn er ook weinig spanningen over bijvoorbeeld Gaza bij BNR, zegt hij. ‘Daar heb ik in ieder geval geen signalen van ontvangen. Misschien omdat we een relatief kleine redactie zijn en nieuws maken met een scherpe ondernemende invalshoek voor zakelijke beslissers.’ 

Demonstratierecht

Toch denkt de nieuwschef er graag over na. Het lastige vindt hij: ‘Als een medewerker meeloopt in een klimaatmars, kan dat worden gezien als: BNR loopt mee in een klimaatmars. En je wilt niet de indruk wekken partijdig of afhankelijk te zijn. Tegelijkertijd geldt het demonstratierecht. Wie zijn wij om medewerkers dat te ontzeggen?’

Het hangt ook van de persoon af hoe wenselijk deelname aan een protest is, denkt hij. ‘De presentator van De Ochtendspits is gezichtsbepalender voor BNR dan de redacteur van een cryptoprogramma.’

Liberale opvatting

Bij EW (voorheen Elsevier Weekblad) werken geen al te activistische types, vertelt hoofdredacteur Hella Hueck. ‘In die zin heb ik het makkelijk. We zijn niet echt een medium dat meeloopt met demonstraties.’ Wat niet wil zeggen dat het niet mag, benadrukt ze. Integendeel. ‘Ik heb daar een liberale opvatting over. Ik ga niet over de privétijd van journalisten. Identiteit is veelkleurig. Mensen zijn journalist, maar ze vinden ook andere dingen belangrijk in het leven.’ 

Een strak beleid voor activisme onder journalisten heeft Hueck niet. Een journalistieke code evenmin. ‘Die mis ik eigenlijk ook niet. Als ik hoofdredacteur van de NOS zou zijn, was dat anders geweest. De NOS zet zich in om het nieuws zo feitelijk en neutraal mogelijk te brengen. En wordt betaald met belastinggeld. Wij zijn een commerciële titel.’ 

En een opinieweekblad: ook dat maakt verschil. EW-journalisten uiten juist vaak een standpunt. Hueck: ‘Onze slogan is: ‘Zuurstof tot nadenken’. We willen zuurstof geven aan het debat. Dat mag hard gevoerd worden. Maar wel altijd op basis van feiten, voor- en tegenargumenten, respect en empathie.’

Grens bij de wet

Ook op sociale media mogen redacteuren zich in principe uitspreken – of dat nu gaat over kernenergie, de kabinetsval of Gaza. Maar niet alles is geoorloofd, vindt Hueck. ‘Je gaat op X geen vrouwen voor ‘hoer’ uitmaken of een politicus uitschelden voor ‘dikke lul’. Geen gevloek of getier, niet op de man spelen. In zo’n geval zeg ik er wat van. Want hiermee beschadig je de reputatie van EW. Gedraag je fatsoenlijk, net als in het echte leven.’

De grens trekt ze – zowel online als offline – bij de wet. ‘Als mijn redacteuren de UvA kort en klein slaan, kunnen ze wat mij betreft vertrekken. Of als ze met Extinction Rebellion een snelweg blokkeren. Als ze zeggen: ik wil meedoen aan een pro-Palestina- of pro-Israël- demonstratie, be my guest.’ 

Gesprek aangaan

Wat Eling zou doen als een BNR-redacteur Instagramverhalen plaatst van een protestmars? ‘Dan zou ik het gesprek aangaan. Het is niet zo dat iemand dan niet meer voor ons mag werken. Maar ik zou wel uitleggen dat volgers het kunnen interpreteren als uiting van BNR. Is diegene zich daar bewust van? Ik zou de gedragscode erbij pakken, die de redacteur heeft ondertekend. En samen kijken of het gedrag botst met de code. Het verschilt per situatie wat de uitkomst is.’

In de gedragscode van FD Mediagroep staat bijvoorbeeld: ‘Er dient te worden vermeden dat meningen of opmerkingen op persoonlijke titel worden geplaatst op een persoonlijk social media-account, indien dat account kan worden geassocieerd met FD Mediagroep. Bijvoorbeeld omdat je op dat account specifiek je functie vermeldt.’ 

In sommige gevallen kan Eling zich goed voorstellen dat een redacteur zich fel uitspreekt op sociale media. ‘Bijvoorbeeld als je familie hebt wonen in een oorlogsgebied. Maar dan is het alsnog belangrijk om je bewust te blijven van je rol als journalist. En het hangt er ook weer vanaf waarover je schrijft. Ben je buitenlandredacteur? Dan is het beter je – tijdelijk – op een ander thema te richten waar je geen persoonlijke band mee hebt.’ 

Netjes blijven

Veldhuis vindt dat redacteuren zich moeten realiseren dat ze op sociale media ook NRC-journalist zijn, of in ieder geval zo gezien worden. Al is ze zich er ook van bewust dat werk en privé meer door elkaar heenlopen.  

Wat kan helpen, volgens de hoofdredacteur: ‘Sommige medewerkers geven bij een bericht expliciet aan dat ze namens zichzelf spreken. Anderen maken dat onderscheid minder.’ Ook zet de ene redacteur zijn of haar precieze functietitel in het profiel en de andere niet. 

Het is weleens voorgekomen dat de hoofdredactie van NRC journalisten aansprak op hun socialmediagedrag. Net als Hueck onderstreept Veldhuis het belang van fatsoen. ‘Lig je onder vuur? Ga niet terugschelden, maar negeer het. Wees netjes en beleefd. Dat zie ik als normale omgangsregels.’

Maar ook als je fatsoenlijk bent, blijft het opletten. ‘Kies je als redacteur te veel een richting in het publieke debat, dan scoor je misschien goed bij een deel van je achterban. Maar je bent niet meer onafhankelijk en minder betrouwbaar,’ concludeert Veldhuis. ‘En geloofwaardigheid is cruciaal in een tijd waarin het vertrouwen in de media afneemt, door nepnieuws en gemanipuleerde beelden. Die journalistieke waarden moeten we koesteren.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.