Nederlands Dagblad neemt de eigen gemeenschap onder de loep: ‘Verhalen over christelijke organisaties vinden lezers soms pijnlijk’
Nieuws | Vernieuwing
Drie jaar geleden had het Nederlands Dagblad nog geen vaste onderzoeksredactie. Nu zijn er vijf redacteuren en is er een stroom spraakmakende verhalen op gang gekomen, waarvan eentje een Tegel opleverde. Maar onderzoeken naar de eigen gemeenschap – seksueel misbruik binnen de kerk, donaties aan Israëlische kolonisten – komen de krant ook op felle kritiek van lezers te staan. Chef Aaldert van Soest vertelt.
Jullie onderzoeksredactie bestaat in zijn huidige vorm nu drie jaar, maar had een lange aanloop. Hoe zag die eruit?
‘Een jaar of zes geleden hadden we een tijdje een kleine onderzoeksgroep. Ik zat daar zelf twee dagen per week in, samen met een datajournalist en een eindredacteur. Maar door de snelle werkelijkheid van het nieuws sneeuwden onderzoeksprojecten onder. Onderzoek werd ad hoc gedaan en was erg afhankelijk van de drive, discipline en het doorzettingsvermogen van een individuele collega. In coronatijd is ons groepje min of meer ter ziele gegaan en moest onderzoek weer vanuit de reguliere verslaggeving komen.
‘Een jaar of vier geleden gaf de hoofdredactie aan dat ze onderzoek, zeker in deze tijden, toch wel heel belangrijk vinden, en werd er iemand gezocht om die kar te trekken. Toen ben ik chef onderzoek geworden. Ik stimuleerde verslaggevers om daadwerkelijk onderzoek te gaan doen en maakte afspraken met chefs over tijdbesteding. Een projectsubsidie van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek hielp om collega’s vrij te spelen voor onderzoek.
Het ND moet leidend zijn bij het aan het licht brengen van machts- en seksueel misbruik in religieuze context
‘Het eerste jaar kwam dat redelijk van de grond. We hebben een aantal leuke projecten gedaan en enthousiasme op de redactie gecreëerd. We hadden de mazzel dat er nog wat gestrande projecten lagen, die heb ik met de collega’s uit het slop getrokken. Maar ik merkte dat het erg om mij als persoon draaide. Ik kreeg steeds meer behoefte aan een vaste kern van mensen die structureel onderzoek deden.
‘In het tweede jaar hebben we daarom de subsidie van SVDJ gebruikt om twee vaste redacteuren structureel vrij te spelen voor onderzoek. Dat werkte heel goed. Nu bestaan we uit een groep van vijf vaste mensen, van wie drie fulltime – ikzelf, een datajournalist en drie onderzoeksjournalisten. Daaromheen haken andere collega’s op projecten aan.’
Wat motiveerde jou om onderzoek bij het ND te leiden?
‘Ik heb zelf jarenlang als verslaggever verschillende portefeuilles gehad. We deden als krant fantastische dingen, maar het had ook altijd iets vluchtigs. Het leek mij leuk om meer op die verdiepende kant te gaan zitten. Dat analyseren zit ook in mij. Soms bedien je de samenleving beter door publicatie uit te stellen en iets grondiger uit te zoeken.
‘Ik zag andere media grote onthullingen doen, zoals over wangedrag bij The Voice en NOS Sport. Wij kregen losse tips binnen over soortgelijke zaken. Juist in kerken speelt macht een rol. Ik heb altijd gevonden dat het ND de leidende partij moest worden als het gaat om het aan het licht brengen van machts- en seksueel misbruik in religieuze context. Ruim een jaar geleden hebben we een eerste groot verhaal over misbruik gepubliceerd. En het is alsof het daarna niet meer is opgehouden.’

Jullie zijn een relatief nieuwe onderzoeksgroep binnen een kleine krant. In hoeverre voelen jullie de druk om je te bewijzen?
‘Ik denk dat het draagvlak binnen onze krant vrij groot is, maar die druk voelen we zelf. Het ND is relatief klein, maar maakt toch elke dag een krant, site en app. Daarom is het belangrijk om als onderzoeksteam af en toe successen te creëren. Soms duurt het wat langer en dan is het ook goed om dat eerlijk tegen elkaar te zeggen. Maar doordat er vanaf het begin een constante verhalenstroom is geweest, heeft geen enkele collega het idee dat onderzoek niets oplevert. Ons werk wordt juist gezien en gewaardeerd. Zo’n Tegel helpt daar natuurlijk bij. We kregen de prijs voor één verhaal, maar het voelde als erkenning voor al het onderzoek dat we doen.’
Jullie onderzoek levert soms felle kritiek op, juist onder de eigen lezers. Hoe verklaar je die reacties?
‘Dat gebeurt vooral als we verhalen maken over de christelijke wereld zelf: kerken en christelijke organisaties, en daar maken we er best veel van. Het wordt door een deel van het christelijk publiek niet altijd gewaardeerd. De kritiek was het heftigst rond een onderzoek dat we afgelopen voorjaar deden, in samenwerking met BOOS en Investico, over donaties van Nederlandse christenen aan Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever.
Het is belangrijk om geruggesteund te worden door de hoofdredactie en andere collega’s. Je staat met zo’n onderzoek in de wind
‘Dat is al een enorm gepolariseerd debat en dan vragen lezers zich ook nog af hoe het ND met seculiere partijen als BNNVARA en Investico in zee kan gaan. Christenen voor Israël [onderwerp van het onderzoek, red.] heeft ons artikel zelf ook geframed als een ‘frontale aanval’ op hen. Dat leidt tot veel kritiek, ook onder een deel van onze lezers, maar er was tegelijkertijd veel bijval en waardering.’
Hoe gaan jullie met zulke kritiek om?
‘Het helpt om zeker te weten dat je het journalistiek zuiver hebt gedaan. Dat geeft zekerheid – we hebben het goed uitgezocht. Daarnaast is het heel belangrijk om het werk als team te doen, en om geruggesteund te worden door de hoofdredactie en andere collega’s. Je staat met zo’n onderzoek in de wind.
‘En we leggen ons werk uit aan lezers. We geloven dat we dit soort onderzoek moeten doen, en de ene keer richt dat zich op seculiere partijen en de andere keer op kerken en christelijke organisaties. Dat laatste vinden mensen misschien pijnlijker.’
Hoe ziet de toekomst eruit?
‘Onze ambitie is nog meer Tegels winnen, haha. En verder hebben we ontdekt dat samenwerken veel oplevert. Veel van onze onderzoeken zijn door één persoon gedaan, maar we denken dat onderzoek door duo’s of met z’n drieën heel stimulerend werkt en mentaal heel fijn is, zeker als het om een wat pittiger onderzoek gaat.
‘In het begin was de ambitie om misbruik in kerkelijke kringen aan het licht te brengen en nu willen we ook weer naar andere, soms luchtigere onderwerpen kijken. Het is zoeken naar de balans. Ik zou het ook heel interessant vinden om ons onderzoek in andere vormen te brengen, zoals podcasts. Maar dat is echt een volgende stap.’