© Joyce van Doorn

Zorg voor eten, wees gastvrij – en meer manieren om afgehaakt publiek weer bij journalistiek te betrekken

Nieuws | Vernieuwing

  • Olaf Geurts
  • 16 oktober 2025
  • 921 woorden , 4 min. lezen

Veel media worstelen met het bedienen van mensen van kleur of etnische minderheden. Veel van hen voelen zich niet vertegenwoordigd, of vinden zelfs dat de journalistiek meer kwaad doet dan goed. Hoe betrek je deze mensen alsnog bij de toekomst van de journalistiek? Geef ze de hoofdrol in de zoektocht naar oplossingen, leerde de Britse onderzoeker, journalist en ‘community organiser’ Shirish Kulkarni.

Bij iedere sessie was er eten. Shirish Kulkarni en zijn medeorganisatoren bestelden extra veel, zodat deelnemers ook na afloop bleven hangen. Het is een beproefde methode waarmee maatschappelijk werkers banden opbouwen met leden uit een gemeenschap, vertelt Kulkarni. ‘Eten aanbieden creëert een gevoel van gastvrijheid. Het is wat je doet voor een vriend.’

Maar het was meer dan een vriendelijk gebaar. Het gaf Kulkarni en zijn collega’s kostbare extra tijd om een vertrouwensband te creëren met het etnische diverse, twintigkoppige panel waarmee ze nieuwe richtingen voor de journalistiek verkenden. De deelnemers hadden geen hoge pet op van de media. In samenwerking met de BBC en het Welshe Media Cymru, onder de noemer News for all, onderzocht Kulkarni in deze gesprekken: hoe betrekken we deze mensen alsnog bij de toekomst van de journalistiek?

Het betrekken van minderheden vormt de rode draad in het recente werk van Kulkarni. Na jarenlang te hebben gewerkt op verschillende Britse nieuwsredacties richt hij zich nu op het diverser maken van de media en onderzoekt hij hoe die een breder en inclusiever publiek kunnen bedienen. Hoe gaat hij te werk?

Breek met gewoonte

Om te beginnen blijft hij ver weg van gebruikersstatistieken. Kulkarni hekelt de ‘dashboardisatie’ van de media: ‘Je hebt alleen data over mensen die je product gebruiken, niet over de mensen die dat niet doen. Als je je laat leiden door die data, beweeg je alleen maar verder weg van de mensen die al zijn afgehaakt.’

Ook is hij voorzichtig met taal. Hij vermijdt termen als ‘nieuwsmijders’ en ‘mediawijsheid’. Deze woorden geven volgens hem een verkeerde voorstelling van zaken: ‘In de meeste takken van sport zou men denken: mensen kopen ons product niet, dus we moeten een beter product maken. Maar de journalistiek zegt: we moeten hun mediavaardigheden trainen zodat ze begrijpen hoe fantastisch ons product eigenlijk is.’

¬ Shirish Kulkarni, foto: Joyce van Doorn

Kulkarni draait de rollen liever om: media zouden moeten luisteren naar hun afgehaakte publiek en minderheden. Om ook hen te bedienen moeten media leren wat hun informatiebehoeftes dan wel zijn en hoe ze die kunnen vervullen. En daar komen ze maar op een manier achter: door het te vragen. 

Vertrouwen wekken

Maar als je een groep vreemden bij elkaar zet in een vergaderzaaltje en enquêtes voorschotelt, zullen ze dan wel het achterste van hun tong laten zien? Waarschijnlijk niet. 

Je zal eerst een vertrouwensband moeten opbouwen, zegt Kulkarni. En dat vergt doordachte keuzes. Zo werkte hij tijdens het News for all-project samen met lokale organisaties in een sociaaleconomische achtergestelde wijk in de Welshe stad Cardiff. Met hun hulp stelde hij een diverse groep samen met onder meer Britse, Afrikaanse, Aziatische en Arabische wortels.

Het panel kwam zes keer samen in een wijkcentrum. De eerste twee sessies waren alleen bedoeld om elkaar te leren kennen – deelnemers vertelden over de buurt waar ze vandaan kwamen en wat voor rol het nieuws daar speelt. Pas in latere bijeenkomsten bespraken ze hun ervaringen met nieuws en de media en verkenden ze nieuwe wegen voor de journalistiek.

De sessies werden gefaciliteerd door mensen uit de lokale gemeenschap, om te laten zien: jullie kennis en ervaring zijn leidend. Kulkarni nam zelf deel aan de sessies: ‘Ik wilde niet aan de zijlijn staan met een notitieblokje. Dat was belangrijk. Op een gegeven moment gingen mensen persoonlijke ervaringen delen en deelde ik ook iets persoonlijks. Plots ging er een knop om. De deelnemers zagen: deze man heeft vergelijkbare ervaringen als wij.’

Er is genoeg waaruit Kulkarni kon putten. Hij kreeg vaak te maken met racisme – niet alleen op redacties, maar ook in zijn persoonlijke leven. Tijdens de extreemrechtse anti-immigratierellen afgelopen zomer belde hij zijn vader op om hem te waarschuwen: ga niet naar de supermarkt. ‘De meeste journalisten in het VK hoeven dat soort gesprekken nooit te voeren.’

Geweld

De aanpak werkte. Zonder terughoudendheid vertelden de deelnemers over hun ervaringen met media en journalistiek. De groep had een ‘extreem negatieve’ kijk op gevestigde media, vertelt Kulkarni. Het voelde voor hen alsof de media tegen ze praat, in plaats van met of voor ze.

Vooral verslaglegging over immigratie, terrorisme en misdaad had soms grote gevolgen voor de panelleden. Ze kregen soms te maken met verbaal of fysiek geweld naar aanleiding van bepaald nieuws, of werden bang om de deur uit te gaan. 

Volgens Kulkarni is dit exemplarisch: mensen haken niet af vanuit onverschilligheid, maar omdat de media ze schaden. En precies dat kan motiveert om mee te denken over hoe het beter kan.

Suggesties

Maar vertrouwen opbouwen en een open gesprek voeren is stap een. De volgende is dat media de geraadpleegde mensen daadwerkelijk een centrale rol geven in het ontwerpen van nieuwe journalistieke producten en methodes.

Toen Kulkarni de deelnemers van News for All die ruimte gaf, kwamen ze met een concreet plan. Ze gaven aan dat ze graag zouden zien dat journalisten meer tijd met ze zouden doorbrengen, zodat deze beter verslag konden doen van hun gemeenschappen. Hierop kwamen ze met het idee van ‘ingebedde journalisten’. Kulkarni: ‘De eerste maand mogen ze nog niks schrijven, maar krijgen ze de tijd om mensen te ontmoeten, vrijwilligerswerk te doen of zich op andere manieren in de gemeenschap te mengen.’ Het zou deze journalisten een unieke positie geven om samen met de mensen uit deze gemeenschappen verslag te doen over thema’s die voor hen belangrijk zijn.

Kulkarni benadrukt dat een panel niet representatief hoeft te zijn. Integendeel, je mag best selectief zijn in de samenstelling: juist mensen in achtergestelde posities kunnen inzichten bieden waar de hele samenleving iets aan heeft. Hij verwijst naar het curb-cut effect: stoepverlagingen die ooit voor rolstoeltoegankelijkheid werden aangelegd, blijken ook handig voor ouders met kinderwagens of mensen met koffers. ‘Door naar gemarginaliseerde groepen te luisteren, ontdek je verbeteringen die de journalistiek voor iedereen beter kunnen maken.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.
Dit veld is verborgen bij het bekijken van het formulier