The Washington Post werkt met netwerk van 2800 freelancers

Nieuws |
  • Hans Klis
  • 09 mei 2017
  • 701 woorden , 3 min. lezen

Niets is vervelender om als freelancer te ontdekken, dan dat die fijne redacteur bij wie je altijd je verhalen kunt pitchen, plotseling verhuisd is naar een andere redactie. Voor een redacteur is het dagelijks moeten beantwoorden van de vele pitches van onbekende freelancers ook weinig ideaal. The Washington Post maakt het leven van freelancers en eigen redacteuren een stuk makkelijker met het Talent Network. Dit digitale platform werd in juni 2015 gelanceerd. Met succes, vertelt Eva Rodriguez aan de telefoon.
Meer dan 2500 freelancers in Amerika en zo’n driehonderd in het buitenland werken via Talent Network voor de gerenommeerde krant. “Grofweg dan”, benadrukt de veteraan, die ook werkte voor Politico en The New York Times. “Ik mag geen precieze cijfers geven”. Rodriguez is een van de twee fulltime redacteuren die de dagelijkse gang van zaken van het platform beheren.

Uber van de journalistiek

Het Talent Network krijgt vele omschrijvingen: ‘het LinkedIn voor freelance journalisten’ of ‘de Uber van de journalistiek’. Vergelijkingen die niet helemaal kloppen. Het platform lijkt misschien meer op dat van Storyhunter: freelancers melden zich aan, waarna ze na een selectieproces verhalen kunnen pitchen aan de krant of benaderd kunnen worden door redacteuren.

We checken of de freelancer politieke banden heeft die kunnen leiden tot belangenverstrengeling

“Elke aanmelding pluizen we grondig uit”, vertelt Rodriguez. “Na het bekijken van het ingevulde profiel lezen we de bijgevoegde portfolio-artikelen. Als die er goed uitzien, volgt een interview. Zijn we positief, dan vragen we je referenties na. Ook checken we of de freelancer politieke donaties of banden heeft die kunnen leiden tot belangenverstrengeling, of de schijn daarvan. Iets wat potentieel schadelijk zou kunnen zijn voor onze verslaggeving.”

Hoge standaarden

Rodriguez erkent dat dit grondige proces voor fikse vertraging -en kritiek- heeft gezorgd bij het aannemen van freelancers. Vele duizenden aanvragen blijven voorlopig onbeantwoord. “We willen de hoge standaarden van The Washington Post bewaken.” Komt de freelancer door deze rigoureuze selectie dan kan hij via het Talent Network-portaal verhalen pitchen. Samen met haar collega beoordeelt Rodriguez die verhalen, voordat ze hun weg vinden naar de redactie. Ze lacht. “We zijn echt meer dan medewerkers van Personeel & Organisatie hoor”.
Hiermee is het Talent Network veel professioneler dan al bestaande freelancer-platforms. Volgens Harvard Business Review is het een lichtend voorbeeld voor bedrijven die extern talent willen aantrekken. Dat komt doordat eigenaar van de krant en Amazon-CEO Jeff Bezos (de op een na rijkste persoon ter wereld) veel geïnvesteerd – hoeveel wil de krant niet zeggen – heeft in het succes van het Talent Network.

Real-time verslag van orkaan Matthew

De waarde van het Talent Network voor The Washington Post werd duidelijk tijdens de Amerikaanse verkiezingen. Nadat verslaggevers op de zwarte lijst gezet werden door de Trump-campagne, en dus niet aanwezig mochten zijn bij bijeenkomsten, kon de krant via het platform snel en gemakkelijk geaccrediteerde lokale freelancers benaderen en inzetten. Rodriguez noemt ook de nog recentere verslaggeving rondom orkaan Matthew in maart. Door het netwerk in te zetten kon de krant opeens in real-time en uitgebreid de nasleep van de orkaan verslaan van Florida tot aan North Carolina.
Het Talent Network past bij de strategie die de krant sinds de aanstelling van hoofdredacteur Marty Baron en de overname door Amazon-baas Bezos. Rodriguez: “Voor Marty er was deed de krant niet zoveel aan nationaal nieuws. Nu is er veel meer geld voor freelanceverhalen en dus ook meer ruimte voor content”.

Duur en tijdsintensief

Of elke krant een Talent Network-achtig platform moet opzetten? Rodriguez weet het niet zeker. “Het zou me niet verbazen als andere media iets dergelijks bouwen. Dit model werkt en past bij ons. Maar het is duur en tijdsintensief”. Ze wijst er nogmaals op dat zij en haar collega fulltime hun tijd besteden aan het platform. Niet elke krant kan zomaar twee ervaren redacteuren missen. Daarnaast onderhoudt en verbetert een technisch team dagelijks de software. Uit een rondgang van Columbia Journalism Review bij de concurrentie, blijkt dat collega’s jaloers zijn op het platform van The Washington Post. Niet elke krant heeft een multimiljardair achter zich die geen moeite heeft met geld uitgeven aan kostbare innovatieve experimenten zoals podcasts, augmented reality en andere snufjes.

 

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.