Hoofdredacteur Mireille van Ark: ‘BNR krijgt steeds meer de rol van kennisplatform’

Nieuws | Op de werkvloer

Hoe gaan jullie te werk bij BNR, zijn er nog veel mensen op de redactievloer?

‘Gasten zijn niet meer welkom in de studio. Begin maart schrokken we van de situatie bij een Duitse omroep, waar de complete redactie besmet was geraakt na een skivakantie. Zoiets wilden we hoe dan ook voorkomen, dus we hebben zelfs aparte ingangen gemaakt voor de ploeg die de ochtenduitzending maakt en de ploeg die verantwoordelijk is voor de middagshow. Ze komen elkaar niet tegen in het pand.’

Heb je een crisismanagementteam ingericht?

‘Ik stuur heel operationeel aan: ik focus vooral op de manier waarop er gewerkt wordt en bewaak inhoudelijk de hoofdlijnen.  Dat aansturen doe ik samen met de chef nieuws, onze chef special content -verantwoordelijk voor branded content en podcast-, onze zakelijk directeur en onze chef operations. In een dagelijks overleg nemen we de operatie door. Ik stuur elke dag een nieuwsbrief naar de organisatie over onze beslissingen. Verder heb ik een dagelijks digitaal koffieautomaatmoment georganiseerd en kan iedereen ‘inchecken’ voor persoonlijk contact.’

Wat zijn de belangrijkste afspraken die je hebt gemaakt met het oog op ieders gezondheid?

‘Die zijn strikt. Op het moment dat je ook maar heel lichte klachten hebt is het advies: kom niet! Wij werken hier in Amsterdam met een regisseur, eindredacteur, technicus en bulletinlezer. Er wordt vanuit huis gepresenteerd, de presentatoren en hun nieuwskicks, zoals wij ze noemen [sidekicks, BJC], zitten niet bij elkaar in een ruimte, maar gewoon ieder in hun eigen huis. Verder zit ik in mijn kamer en is er een MT-lid op de vloer. Twee MT-leden werken volledig vanuit huis.’

Ik mis de groepsdiscussie erg, die vind ik moeilijk digitaal in te richten

Wat is de grootste uitdaging gebleken?

‘Om zicht te houden op wat iedereen doet. En een redactieproces wordt niet voor niets zo genoemd, je hebt elkaar nodig. Ik mis de groepsdiscussie erg, die vind ik moeilijk digitaal in te richten. We communiceren via Slack, maar dat is bij ons geen groepsaangelegenheid. Het is een plek voor bondige gesprekken die weinig ruimte biedt voor inhoudelijke discussie.

Tijdens de werkdag beheert de eindredacteur het Slack-kanaal en geeft opdrachten aan redacteuren, die erop reageren. Er ontstonden in het begin aparte groepjes op Whatsapp, maar eindredacteuren kregen op een gegeven moment via te veel kanalen informatie binnen. De communicatielijnen moeten strak en overzichtelijk zijn. De druk is hoog, er moet altijd materiaal klaarstaan en wij kunnen vanwege ons format niet zomaar een plaatje instarten. Zelfs de communicatie van de makers van uitzendingen gaat tijdens de uitzending via Slack, zodat alle betrokkenen het goed kunnen volgen.

We hebben wel speciale online bijeenkomsten met de redactie, een soort digitale pizza-avonden via Teams, waarbij we inhoudelijke thema’s bespreken. Onder leiding van buitenlandcommentator Bernhard Hammelburg hebben we bijvoorbeeld over journalistieke integriteit in crisistijd gesproken. Of we spreken met een taaldeskundige over welke taal je gebruikt in crisisberichtgeving.’

Zijn er blijvende veranderingen binnen je organisatie ontstaan door de crisis?

‘Ik denk wel dat we gaan nadenken over meer thuiswerken als het straks allemaal achter de rug is. Bijvoorbeeld om de filedruk te verminderen en zo te laten zien dat BNR meedenkt over de toekomst. Wij zijn geen activisten, maar we willen wel vooroplopen als het gaat om innovatie. We hebben onze mond de hele dag vol over nieuwe vormen van leiderschap en duurzaamheid. Dan is dit een goede manier om te laten zien waar je voor staat.’

Waar ligt de komende tijd je focus?

‘Vooral op: hoe nu verder? Wat wordt de exitstrategie? Stel dat straks iedereen weer naar het werk mag, en alles moet met een afstand van anderhalve meter, dan hebben we een probleem. We hebben nu nog blokken met 8 bureaus, met deze inrichting zou de helft van onze redactie thuis moeten blijven werken. Dat is veel. Ik heb collega’s opgeroepen om vakantie op te nemen, een moreel appèl op iedereen om te voorkomen dat de werk/privébalans te veel verstoord raakt. Ook hebben we rond feestdagen in kleinere bezetting gewerkt en verplichte vakantiedagen ingevoerd.  Ik focus organisatorisch sterk op het welzijn van mijn collega’s. Digitaal sturen we elkaar kaartjes en we zetten vanuit FD Mediagroep speciale online coaches in die mensen kunnen bellen als ze tegen problemen aanlopen door deze situatie en daar wordt ook gebruik van gemaakt.’

Wat betekent de coronacrisis voor je merk?

‘We staan veel meer in contact met onze doelgroep. Vanaf het begin krijgen we veel vragen van ondernemers die heel graag door willen, maar niet weten hoe. We hebben nu de rubriek ‘In bedrijf blijven’, waarin lessen van andere ondernemers worden gedeeld. Ander voorbeeld is een ondernemer die zei: we hebben alles geregeld voor werknemers, maar hoe zit het voor mij als directeur-grootaandeelhouder? We krijgen steeds meer de rol van kennisplatform en daar zijn we dan ook concepten voor aan het ontwikkelen. Het voelt alsof we de noodradio zijn voor ondernemers. Die rol nemen we graag op ons, we zijn er voor de zakelijke beslisser.’

Wij journalisten volgen nog te veel de persconferenties. Worden we niet te volgend?

Mag je in deze onzekere tijden speculeren?

‘Dat doen wij niet. We gaan geen verwachtingen uitspreken. Neem bijvoorbeeld het IMF-rapport over de economische scenario’s. We melden dat het rapport er is, maar we gaan niet speculeren over wat de scenario’s kunnen betekenen voor een bepaalde sector. We nemen ook de impact die we kunnen hebben op bepaalde economische processen zeer serieus. Op het moment dat we in de gaten krijgen dat er op de beurzen iets aan de hand is, zoals begin maart, zorgen we dat we eerst alles goed checken en niet met onjuiste informatie komen. Dan maar iets later. Als je economische informatie brengt móet het kloppen.’

Wat valt je op als naar de concullega’s kijkt?

‘Elke dag krijg ik een pushbericht als de RIVM-cijfers weer bekend zijn gemaakt.  Ik kan me niet voorstellen dat je daar als consument op zit te wachten wanneer elk nieuwsmedium dezelfde cijfers brengt. Het zou allemaal wel wat slimmer en met meer context gebracht kunnen worden. Ik vind dat we als journalisten nog te veel de persconferenties volgen. Iedereen verslaat het maar zonder de informatie in een context te plaatsen. Gebruik je nieuwsgierigheid en vraag je af: worden we niet te volgend?’

Zijn er bij jullie nieuwe vormen van storytelling ontstaan?

‘Ik vind een recente aflevering van Boekestijn en De Wijk een mooi voorbeeld van een nieuwe vorm die bij ons is ontstaan. Die presentatoren werken nu ook op afstand van elkaar, vanuit huis. En zo hadden ze een gesprek met correspondent David Hammelburg, die een wandeling maakte door een door corona getroffen New York, terwijl hij uitvoerig beschreef wat hij zag. Rob de Wijk en Arend Jan Boekestijn waren als commentatoren hoorbaar bij die wandeling. Het is uit nood geboren walking journalism. Dan merk je dat de crisis creatief maakt.’

Waar ligt de komende tijd je inhoudelijke focus?

‘Op de vraag: en nu? Hoe nu verder? BNR is nu de thuiswerkzender, straks de opbouwzender, want de wederopbouw van Nederland komt centraal te staan. Het is voor alle ondernemers boeiend om te horen hoe het bij anderen gaat. Je zal zien dat wanneer er minder acuut nieuws is, ook het delen van kennis en inspiratie een belangrijke pijler voor ons wordt.’

Lees ook in deze serie:

Marc Veeningen (Hart van Nederland): ‘In iedere nieuwsrubriek wordt gespeculeerd

Sander Warmerdam (Leeuwarder Courant): ‘We bieden adverteerders gratis advertentieruimte

Bas Booister (Streekomroep Westland): ‘Iedereen is nu bereid om harder te lopen

Gert-Jaap Hoekman (NU.nl): ‘We gaan dagelijks positief nieuws brengen

Freek Staps (ANP): ‘Geen enkel verhaal is de gezondheid van een collega waard

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.