Beter omgaan met slachtoffers in de media: ‘Geef mensen de controle terug’

Nieuws | Op de werkvloer

De manier waarop journalisten verslag doen van ingrijpende gebeurtenissen kan grote impact hebben op slachtoffers en hun families. Daar mogen verslaggevers zich meer van bewust zijn, vinden Fonds Slachtofferhulp en de opleiding Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Op Slachtoffersindemedia.nl geven ze handreikingen aan iedereen in het vak die verslag doet van ingrijpende gebeurtenissen en dus te maken krijgt met slachtoffers.

De driekoppige hoofdredactie van het project bestaat uit Colette Olde Riekerink (Fonds Slachtofferhulp), Marijke Kolk (journalist, psycholoog en docent aan de Hogeschool Utrecht) en Rennie Rijpma (hoofdredacteur van het AD). Omdat Olde Riekerink regelmatig te maken heeft met slachtoffers die media-aandacht hebben gehad en Kolk merkt dat haar studenten steeds meer behoefte hebben aan kennis over dit thema, besloten ze de handen ineen te slaan. Samen met journalisten, slachtoffers, familieleden en deskundigen formuleerden ze zeven handreikingen voor zowel ervaren als beginnend verslaggevers, die te vinden zijn op de website van het project.

We spreken met de hoofdredactie over het initiatief. Ook Julia den Heijer, die tijdens haar afstuderen als student journalistiek betrokken raakte bij het project en onder andere freelancet voor Hart van Nederland, praat mee.

Waarom is dit project nodig?    

Rijpma: ‘Wat je schrijft of juist niet schrijft, heeft invloed op slachtoffers en nabestaanden. Daar mogen we in de journalistiek meer bij stilstaan.’

Olde Riekerink: ‘Journalisten informeren hun publiek met de beste intenties, maar zijn zich er niet altijd van bewust welke informatie helpt om een verhaal feitelijk weer te geven en welke informatie niet per se noodzakelijk is. Wanneer daar niet over nagedacht wordt, kan de impact van berichtgeving op slachtoffers van ongevallen, misdrijven en andere ingrijpende gebeurtenissen heel groot zijn.’

Kolk: ‘In het ergste geval kan berichtgeving leiden tot een herbeleving van trauma. Daar is niet altijd veel voor nodig. Een vrouw wier moeder was overleden bij een vliegtuigongeluk kreeg bij een talkshow zonder waarschuwing beelden van de crash te zien. Dat haalde bij haar op dat moment heel veel pijn omhoog.’

Wat zijn andere voorbeelden van hoe het mis kan gaan?

Olde Riekerink: ‘Als je als journalist een verhaal schrijft over een auto-ongeluk kan het interessant zijn om te vermelden dat er een moeder en kind bij betrokken waren. Maar of het een jongen of een meisje was, wat zijn of haar naam was en waar het kind op school zat, hoeft op dat moment niet relevant te zijn. Ook timing speelt een rol. Foto’s van gecrashte voertuigen staan soms al online voordat de familie van het slachtoffer op de hoogte is gebracht. Dat is voor die families heel pijnlijk.’

Kolk: ‘Niet alleen journalisten, maar ook fotografen en documentairemakers kunnen de fout ingaan. Als je een documentaire maakt over Israël en je toont beelden van vermoorde Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog, kan het ontbreken van een trigger warning bij nabestaanden veel leed veroorzaken. Een ander voorbeeld: in maart dit jaar kwam er in Utrecht een meisje onder een bus. Een fotojournalist maakte een close-upbeeld, terwijl een ander bewust afstand bewaarde. Voor het verwerkingsproces van de nabestaanden is dat laatste heel belangrijk.’

Journalisten werken vaak onder hoge tijdsdruk. Hoe maak je dan ethisch verantwoorde keuzes?

Kolk: ‘Dat blijft heel lastig, want journalisten willen snel zijn. Er valt denk ik al een enorme winst te behalen door als redactie regelmatig met elkaar in gesprek te gaan, want iedereen worstelt met zulke dilemma’s. Discussieer met elkaar over vragen als: hoe ver gaan we in onze berichtgeving, welke informatie vinden we belangrijk om te vermelden en welke niet? Zo kun je in the heat of the moment makkelijker besluiten nemen.’

Olde Riekerink: ‘Het gaat er vooral om dat je zo’n besluit bewust neemt. Als je te veel meebeweegt met de wensen van het slachtoffer komt je onafhankelijkheid als journalist in de knel. Maar laat je je leiden door snel willen zijn, dan loop je het risico de grenzen van het slachtoffer te overtreden. Alles wat daar tussenin zit, is niet per definitie goed of fout. Ook als je er bewust voor kiest om specifieke gevoelige informatie wel of niet te delen, zijn er altijd mensen die het daar niet mee eens zijn. Onze handreikingen zijn daarom geen one size fits all-model, maar een leidraad om die bewustwording wat concreter te maken.’

Welke concrete tips geven jullie journalisten zoal om slachtoffers te beschermen?

Olde Riekerink: ‘Mensen die iets heftigs hebben meegemaakt, zijn voor hun gevoel vaak de controle kwijt. Daarom is het zo belangrijk dat je als journalist die mensen de controle weer geeft. Als je een slachtoffer of familielid gaat interviewen, kun je vragen wat voor hem of haar een fijne plek is om af te spreken en aanbieden om het artikel voor publicatie te laten lezen. Ook contact houden ná het interview is vaak prettig voor iemands mentale toestand.’

Den Heijer: ‘Bij Hart van Nederland is dat contact met slachtoffers bijvoorbeeld cruciaal. Wil iemand niet meewerken, dan komt er gewoon geen verhaal. Als we wel iemand te spreken krijgen, nemen we daar heel bewust de tijd voor. We proberen goed mee te luisteren, niet twee keer dezelfde vragen te stellen. We zetten niet tien verschillende verslaggevers op hetzelfde verhaal, maar geven de case het liefst aan één ervaren journalist, die ook na afloop contact houdt. Voor slachtoffers en families is het heel fijn om steeds dezelfde persoon te spreken.’

Krijgt de journalist op deze manier niet steeds meer de rol van hulpverlener?

Kolk: ‘Als je met nabestaanden te maken hebt, vergt dat nu eenmaal iets van je. Hulpverlener vind ik een te groot woord. Het gaat erom dat je goed luistert en op een empathische manier met mensen omgaat. Als je dat op de juiste manier doet, heb je eigenlijk een win-winsituatie. Jij hebt een sterk verhaal, en voor het slachtoffer kan het helend zijn om zijn of haar verhaal kwijt te kunnen.’

De nieuwsconsument wil van alles weten. Hoe ga je daar als journalist mee om?  

Olde Riekerink: ‘Dat de nieuwsconsument veel wil weten, neemt niet weg dat journalisten hun eigen afwegingen mogen maken.’

Rijpma: ‘Als redacteur weeg je voortdurend belangen tegen elkaar af. We willen graag de eerste zijn en het meest compleet, maar niet ten koste van alles. Het is daarnaast belangrijk je als journalist te realiseren dat jouw denkkader vaak anders is dan dat van lezers. Die zijn niet voortdurend met nieuws bezig en hoeven niet altijd alles meteen te weten. Dat geeft tijd en ruimte om beter over je keuzes na te denken.’

Kolk: ‘We zijn het misschien ook gewend geraakt om alles over iedereen te weten. Na de dood van Matthew Perry werd zijn leven tot in detail uitvergroot. Als we dat met z’n allen wat minder gaan doen, verdwijnt die behoefte om alles te willen weten vanzelf meer naar de achtergrond.’

Den Heijer: ‘Het is aan de gevestigde media om daarin het goede voorbeeld in te geven.’

Denken jullie dat jullie de media hierin meekrijgen?

Kolk: ‘Ik denk het wel. Er is de laatste jaren steeds meer aandacht voor psychisch trauma. De maatschappij verhardt, maar daardoor hebben ook steeds meer mensen behoefte aan verbinding. Ook bij dit project merken we dat we iedereen aan tafel krijgen om erover te praten. Dat vinden we heel bemoedigend.’

Rijpma: ‘Bescherming van slachtoffers is een van de afwegingen die meespelen als we nadenken over wel of niet en hoe te berichten. Het weegt zwaar, maar we moeten er wel voor waken dat het niet de enige afweging wordt.’

Rennie Rijpma is gasthoofdredacteur van het project. Wat is haar meerwaarde?   

Kolk: ‘Rennie heeft op zo’n grote centrale redactie dagelijks te maken met ethische dilemma’s. Wij kunnen wel vanaf een afstandje zeggen hoe het moet, maar je moet ook rekening houden met hoe zulke afwegingen in de dagelijkse praktijk worden gemaakt.’

Olde Riekerink: ‘Die praktijkvoorbeelden zijn voor ons onmisbaar. Via Rennie zien we of onze handreikingen werkbaar zijn. We willen dat ze concreet zijn, zonder belerend over te komen.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.