Journalisten, laat je zien: dan weet het publiek je beter te vinden

Nieuws | Publiek

Journalistiek werk wordt gelezen, bekeken of geluisterd. Maar weten journalisten wel door wie? Sinds 2019 onderzoekt Mijke Slot van de Erasmus Universiteit de digitale relatie tussen journalisten en hun publiek. In haar podcast Klikt het? doet ze verslag van haar bevindingen. De nieuwste drie afleveringen gaan over het perspectief van het publiek op de journalistiek.

Onderzoeker Mijke Slot vroeg de afgelopen jaren veel journalisten naar hun publiek. ‘Ze weten dan vaak heel goed te vertellen wie ze zouden willen bereiken, maar dat is wat anders. Wie hun daadwerkelijke publiek zijn, weten ze vaak niet.’

Slot wilde weten wat er in de hoofden van dat publiek omgaat. Daarom interviewde ze nieuwsconsumenten van verschillende leeftijden en met diverse achtergronden over hun relatie tot journalisten en de journalistiek. Ze vroeg hen naar hun nieuwsconsumptie, hoe belangrijk ze nieuws vinden, hun contact met journalisten en hun betrokkenheid bij het nieuws. In de nieuwste afleveringen van haar onderzoekspodcast Klikt het? bespreekt ze de resultaten.

Een ingewikkeld publiek

Emma Meertens is een van de assistenten die Slot hielpen met het afnemen van interviews. Uit de interviews kwam een tweeledig beeld naar voren: vrijwel alle geïnterviewden vinden nieuws belangrijk, maar op verschillende manieren is er afstand tussen hen en de journalistiek. Dit was al merkbaar bij de start van de interviews. De gesprekspartners moesten even op gang komen, legt Meertens uit in de podcast. ‘Het gesprek begon pas toen ik vroeg: ‘Neem me mee naar de momenten waarop je met nieuws in aanraking komt.’ Soms kwamen mensen er al pratende pas achter dat ze heel veel met nieuws bezig zijn, zegt Meertens.

Vrijwel geen enkele geïnterviewde had weleens contact opgenomen met een journalist. ‘De mensen die we spraken zijn vooral consumenten,’ merkt Slot op, ‘Heel soms liken ze iets of sturen ze iets door, maar niet meer dan dat.’ Meertens: ‘De meesten dachten: laat journalisten maar gewoon hun werk doen en dan lees ik het wel. That’s it.’ De meeste geïnterviewden konden dan ook geen enkele journalist bij naam noemen – op misschien een tv-presentator na.

Ondanks hun passieve houding zouden veel geïnterviewden best contact willen met journalisten, merkten Slot en Meertens. ‘Ze hebben een afwachtende houding, maar willen wel,’ zegt Slot.

Oude patronen

In het vorige drieluik van Klikt het? werd al duidelijk dat de onprettige sfeer op sociale media lezers niet bepaald uitnodigt om interactie aan te gaan met media. Maar dat de wens om meer contact te hebben met journalisten er wel degelijk is, onderschrijft ook Liesbeth Hermans. Zij is lector constructieve journalistiek aan hogeschool Windesheim en doet al decennialang onderzoek naar media en journalistiek.

In de afgelopen jaren zijn media zich steeds meer gaan interesseren in hun lezer, kijkers en luisteraars, ziet Hermans. ‘Dat komt gedeeltelijk omdat ze gedwongen werden,’ zegt ze in Klikt het? ‘Abonnees liepen weg en er was behoefte aan meer inzicht.’ Toch spreekt Hermans nog altijd journalisten die weinig interesse tonen in de eindgebruikers van hun journalistieke producten. ‘Je moet wel na willen denken over de gevolgen die een grotere rol voor het publiek heeft op je cultuur, op je werkwijze.’

Als pleitbezorger van ‘constructieve journalistiek’ zou Hermans deze werkwijze graag zien veranderen.  ‘Lezers willen informatie die ze in staat stelt om bij te dragen aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken.’ Maar om het publiek van die informatie te kunnen voorzien, moet de journalist wel willen weten wat er leeft bij dat publiek. ‘Je moet als journalist meer durven vragen, in gesprek gaan. Als je niet nieuwsgierig bent, dan wordt het heel lastig om een relatie op te bouwen.’

De brug

Ook journalisten ervaren de sfeer op sociale media als een obstakel, merkt Sophie van Oostvoorn op. Bij NRC zoekt Van Oostvoorn manieren om het publiek meer te betrekken bij journalistiek. In de meeste recente aflevering van Klikt het? werpt zij een blik op de bevindingen van Slot.

Redacties zouden zich meer open kunnen stellen voor hun publiek, meent Van Oostvoorn.  ‘Laten zien wie er achter de journalistiek zit kan hierbij helpen. Als je niet weet tegen wie je praat, waarom zou je dan gaan praten?’ Tegelijkertijd snapt ze dat journalisten terughoudend zijn: ‘Vijf jaar geleden had ik gezegd: alle journalisten moeten een merk worden, maar met de toenemende online haat ben ik daar voorzichtiger mee geworden. Het moet niet ten koste gaan van je veiligheid of je humeur.’

Hoe kunnen journalisten en hun publiek elkaar vinden? Van Oostvoorn blijft journalisten aansporen om vragen te stellen aan hun lezers en kijkers. Hermans doet nog een extra voorstel om deze relatie de ruimte te geven: ‘Ik denk dat het lastig is om in een openbare ruimte in gesprek te gaan. Ik zie meer heil in besloten groepen. Je wil geen debat, maar een dialoog. En die voer je net iets makkelijker in een vertrouwdere omgeving.’

Foto: Julian / Unsplash

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.