© Den Haag Centraal

‘Lokale kwaliteitskrant’ Den Haag Centraal wil de hele stad bereiken

Nieuws | Organisatieontwikkeling

Al zestien jaar is de lokale weekkrant Den Haag Centraal een zelfstandige titel. De krant brengt niet alleen nieuws, maar investeert ook in onderzoeksjournalistiek en besteedt veel aandacht aan cultuur. En ja, ze wordt vooral gelezen door de hoogopgeleide, welgestelde witte Hagenaar, maar er wordt aan gewerkt om ook ‘op het veen’ meer lezers te bereiken. ‘Ik zou Den Haag Centraal omschrijven als een lokale kwaliteitskrant, al vind ik de term eigenlijk aanmatigend.’

Zomaar een woensdag, op een redactie aan een smal straatje in de Haagse binnenstad. Zes journalisten leggen gezamenlijk de laatste hand aan een krant. Twee derde van de 36 pagina’s is al klaar, de pagina’s voorin worden later nog gevuld met actuele stukken. Beslissen wat er op de voorpagina komt. Een kop nóg aantrekkelijker maken. Pagina’s printen om de slordigheden op te merken waar je op een scherm overheen leest. En dan is het 17.00 uur en moet alles bij de drukker zijn. Hoofdredacteur Herman Rosenberg: ‘We halen het vrijwel altijd.’

Den Haag Centraal, de lokale weekkrant met ‘hart voor de stad’, heeft een oplage van zo’n 9.000. Daarnaast is er een website, met 40.000 bezoekers per maand. Vroeger telde de stad wel tien lokale dagbladen. Begin deze eeuw was daarvan alleen de Haagsche Courant over, en die ging toen ook nog op in het Algemeen Dagblad. ‘Het gevoel in Den Haag was dat men de eigen krant kwijtraakte,’ zegt Rosenberg, die in 2016 hoofdredacteur werd. ‘Vanuit dat sentiment is Den Haag Centraal ontstaan.’ De krant is sinds de oprichting in 2007 een zelfstandige titel. ‘We zijn eigen baas en kunnen zelf bepalen wat we doen.’

Haagse bluf

De Haagse mentaliteit wordt weleens getypeerd als een van grootspraak en opschepperij. ‘Haagse bluf’ – niet toevallig ook de naam van een dessert dat grotendeels bestaat uit lucht. Maar Den Haag Centraal is geen bluf. Althans, niet meer. Want vijf jaar na oprichting ging de weekkrant failliet, toen aandeelhouders het vertrouwen in de directeur en uitgever opzegden en zich terugtrokken. ‘Het was niet zomaar een conflict, heb ik begrepen. Er was sprake van stuitende incompetentie, geldverkwisting, slecht management,’ zegt René Wagemaker, die na een doorstart in 2014 de uitgever werd en dat tot op heden is.

Met een nieuw plan van aanpak wist Wagemaker nieuwe geldschieters voor Den Haag Centraal te vinden. Ook zelf werd hij aandeelhouder. De anderen willen anoniem blijven, maar volgens Wagemaker zijn het ‘Hagenaars die het maatschappelijk belang van een lokale krant zien’.

Abonnees zijn inmiddels goed voor 70 procent van de inkomsten, de overige 30 procent komt uit advertenties. En ook al boekt de titel inmiddels jaarlijks een kleine winst, de aandeelhouders hebben nog nooit ‘een dubbeltje dividend’ gekregen. ‘Dat klinkt misschien vreemd, maar zoals die Belgen het doen, zo gaat het hier gewoon niet,’ zegt Wagemaker, doelend op de grote winstuitkeringen van DPG en Mediahuis aan hun aandeelhouders.

Weinig ‘klein leed’

Net als vrijwel alle andere media werkt Den Haag Centraal met freelancers, maar de kernredactie bestaat uit zes mensen met een dienstverband. Voor Jeroen van Raalte was dat vijf jaar geleden zijn eerste vaste contract in de journalistiek, hij freelancete onder meer voor de Volkskrant en De Groene Amsterdammer. ‘Ik krijg hier de tijd en vrijheid om onderzoeksverhalen te maken,’ zegt hij. ‘Op een redactie waar dagelijks een krant moet verschijnen is de druk om te produceren hoog, dan kom je vaak niet toe aan grotere verhalen.’

Den Haag Centraal heeft diepgravende aandacht voor maatschappelijk relevante onderwerpen

In mei dit jaar won Van Raalte de Haagse Persprijs, uitgereikt door de Stichting Luis in de Pels, een fonds dat de journalistiek in de regio Haaglanden wil versterken. Hij won de prijs voor verschillende onderzoeksartikelen: over erfpachtcontracten, de strijd tussen commerciële en publieke partijen om warmtenetten, het voortslepende verhuisplan van het Eschermuseum, en over hoe Deutsche Bank geruisloos tweeduizend Haagse woningen kocht en daarmee een van de grootste particuliere huurbazen in de stad werd.

Nee, de krant is er niet alleen voor lokaal ‘klein leed’. Integendeel. ‘Den Haag Centraal heeft diepgravende aandacht voor maatschappelijk relevante onderwerpen,’ zegt Luis in de Pels-voorzitter Peter ter Horst. ‘Neem bijvoorbeeld een artikelenreeks over de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning in Den Haag.’

Niet voor niets heeft Luis in de Pels de afgelopen jaren verschillende subsidieaanvragen voor projecten van Den Haag Centraal gehonoreerd. ‘Ook voor de kieswijzer die ze maakten bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen,’ gaat Ter Horst verder. ‘En dan niet op basis van verkiezingsbeloften, want politici beloven van alles, maar op basis van stemgedrag in de afgelopen jaren.’

De aandacht die de krant besteedt aan kunst en cultuur is ook uniek, zeggen alle betrokkenen. Ter Horst: ‘Het AD heeft dat in de Haagse editie nagenoeg afgeschaft.’ In zijn ogen verrijkt Den Haag Centraal het media-aanbod in de regio Den Haag. Naast het AD bestaat dat aanbod uit Omroep West en Den Haag FM. Persprijs-winnaar Van Raalte: ‘Ik zou Den Haag Centraal omschrijven als een lokale kwaliteitskrant, al vind ik de term eigenlijk aanmatigend.’

Zand en veen

Woon je op het zand of op het veen? Voor mensen in de Hofstad is dat een vraag met implicaties. ‘Den Haag is een heel gesegregeerde stad, met een duidelijk onderscheid tussen wijken,’ zegt hoofdredacteur Rosenberg. ‘Van oudsher woonden de welgestelde mensen in de wijken op het zand, dus meer richting de kust. Mensen op de veengrond, landinwaarts, die waren “gewoner”.’

Je hoeft volgens Rosenberg ‘geen Einstein’ te zijn om te doorgronden waar Den Haag Centraal de meeste lezers heeft. En hoewel hij erop wijst dat meer media kampen met het feit dat hun lezerspubliek veelal hoogopgeleid, welgesteld en wit is, doet Rosenberg sinds zijn aanstelling als hoofdredacteur zijn best om een diverser publiek te bereiken. ‘We zijn meer gaan schrijven over stadsdelen als Transvaal en de Schilderswijk, waar veel mensen met een migratieachtergrond wonen.’ Of dat effect heeft op het bereik? ‘Ik merk wel dat jongerenwerkers en mensen van het wijktheater daar ons inmiddels weten te vinden.’

Uitgever Wagemaker wijst op de Hindoestaanse gemeenschap in Den Haag, die veel culturele activiteiten organiseert waarover Den Haag Centraal schrijft. ‘Die groep kom ik nu ook tegen in ons abonneebestand.’ Maar het blijft lastig, geeft ook Wagemaker toe. Hij noemt de website en de digitale nieuwsbrief als voorbeelden van gratis service om het bereik te vergroten. De realiteit is weerbarstig, zegt hij. ‘In Den Haag wonen veel mensen die geen Nederlands spreken, ook veel expats overigens. Die zitten niet te wachten op onze krant.’

Een ander ‘offensief’ dat Rosenberg wil beginnen is het trekken van meer jeugdige lezers, want het lezersbestand is behoorlijk vergrijsd. Misschien komt er dan nog wel hulp uit onverwachte hoek. Een groot aanhanger van Den Haag Centraal is een horeca-ondernemer met verschillende tenten in de binnenstad. ‘Daar zou je onze krant niet zo snel verwachten,’ lacht Rosenberg. ‘In zo’n Leidseplein-achtige sfeer, op een groot terras met muziek en allemaal jongelui. Maar hij heeft wel zes of zeven abonnementen, voor elke zaak één.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.