Strengere aanpak schijnzelfstandigheid maakt redacties en freelancers onrustig, hoe nu verder? Deel 1
Nieuws | Op de werkvloerHet thema schijnzelfstandigheid – ook wel: verkapte loondienst – is terug van weggeweest in de journalistiek. De Belastingdienst gaat er vanaf 1 januari steviger op handhaven. Ook komt er een wet aan die nog beter moet toezien op dit soort constructies, die in de journalistiek heel gebruikelijk zijn. Wat staat de sector te doen?
Dit is deel 1 van een tweeluik. In deel 2 gaan we in op de vraag hoe freelancers zich het beste kunnen voorbereiden op de nieuwe situatie. Heb je geen idee wat die situatie is? Lees dan eerst het kader onderaan.
Het Nederlands Dagblad (ND) wilde zijn website graag uitbreiden met een overzicht van alle medewerkers. Vanzelfsprekend hoorden de freelancers daar ook bij: de eindredacteuren, een podcastmaker, de filmrecensent. Toch werden ze van de lijst afgehaald. ‘We dachten: dit is wel heel opzichtig,’ zegt directeur-uitgever Rinder Sekeris. ‘De Belastingdienst hoeft dan alleen maar te googelen.’
Sekeris bedoelt dat de fiscus door zo’n lijstje weleens zou kunnen vermoeden dat er sprake is van verkapte dienstverbanden. Het lijkt er dan immers op dat freelancers door het ND hetzelfde worden behandeld als redacteuren in loondienst. En dat mag niet.
Het ND en veel andere media bevinden zich in een spagaat. ‘We proberen de schijn van een arbeidsrelatie te vermijden, maar in de praktijk blijkt dat lastig. Want ze krijgen een toegangspasje. Bij de borrel staan ze erbij, dan ga je niemand wegsturen. Ondertussen drinken ze onze koffie. Dus de vraag is: hoe strak gaat de Belastingdienst ernaar kijken?’
Strengere controles
Een urgente vraag, om meerdere redenen. De fiscus gaat strenger controleren op schijnzelfstandigheid. Er is een nieuwe wet tegen schijnzelfstandigheid in de maak. En steeds meer rechtszaken vallen uit in het nadeel van werkverschaffers, waaronder de Volkskrant.
Het probleem spitst zich toe op freelancers die ‘zij aan zij’ met collega’s in loondienst werken, zoals eind-, beeld- en nieuwsredacteuren. Zij zijn op vrijwel elke nieuwsredactie te vinden en doen vaak werk dat veel van een dienstverband wegheeft. Zo werken ze in shifts van hele dagen en worden ze inhoudelijk aangestuurd door bijvoorbeeld een redactiechef (zie ook het kader onderaan dit artikel, red.).
Bij het ND zijn tien à twaalf van dit soort freelancers actief. Bij de NOS zelfs tweehonderd. Die omroep trok onlangs zijn conclusies: vanaf medio 2025 kunnen de meeste freelancers niet meer als zzp’er worden ingeschakeld. Het veroorzaakte veel reuring in de journalistiek. Was dit een wake-upcall, of een prematuur besluit?
We hebben echt een probleem straks
Marieke Bakker, projectleider zzp-transitie bij de NOS
‘Nou, we zijn niet over één nacht ijs gegaan,’ antwoordt Marieke Bakker, projectleider zzp-transitie bij de NOS. ‘We hebben het met veel adviezen van onze juristen onderzocht. Toen we andere omroepen polsten, merkten we inderdaad: hé, het leeft daar veel minder. Maar het kan zijn dat het daar anders speelt.’
Bij de NOS is in elk geval structureel sprake van zij-aan-zij-freelancers. Dankzij deze flexibele schil kan de organisatie inspelen op piekdrukte. ‘Bijvoorbeeld nu met de Olympische Zomerspelen, dan dijt de sportredactie tijdelijk uit. Hetzelfde geldt voor verkiezingen. We hebben dus echt een probleem straks.’
De huidige constructie vinkt namelijk ‘alle hokjes’ af die wijzen op een schijndienstverband. Zo wijkt het werk dat freelancers doen niet af van wat vaste krachten doen, en – het meest pregnante – is er sprake van een gezagsverhouding. Bakker: ‘Dat is nu eenmaal hoe journalistieke redacties werken.’
Uitbuiting
Mediaorganisaties worden in zekere zin meegesleept in een politieke strijd tegen schijnzelfstandigheid, legt advocaat en arbeidsrechtdeskundige aan de Universiteit van Amsterdam Johan Zwemmer uit. ‘Vanaf het begin van deze eeuw nam het aantal werkenden dat zichzelf zelfstandige noemde snel toe. Daar lagen fiscale prikkels aan ten grondslag, zoals de zelfstandigenaftrek, en het feit dat opdrachtgevers geen loonbelastingen en premies hoefden af te dragen.’
Zo creëerden bedrijven uit financiële overwegingen modellen waarbij ze werkenden niet in dienst namen, maar tot zzp-schap dwongen. ‘Die situatie werd schrijnend met de platformeconomie, waar al die rechtszaken (zie kader, red.) over gaan. Daarvan zegt de politiek: dit is misbruik van zelfstandigheid.’
De regels doen onvoldoende recht aan freelancers die gewoon op deze manier willen werken
Rinder Sekeris, directeur Nederlands Dagblad
Tegelijkertijd vindt er ook juist bovenin de arbeidsmarkt misbruik plaats. Denk aan consultants of IT’ers die zichzelf langdurig aan één organisatie verhuren. ‘Daarmee komen zij in aanmerking voor aftrekposten en hoeven er voor hen geen loonheffing en premies te worden afgedragen. Dat ondermijnt het sociale stelsel.’
Bij mediaorganisaties is van dit soort excessen geen sprake. ND-directeur Sekeris vindt dat de regels ‘onvoldoende recht doen aan het grijze gebied dat er is, aan freelancers die gewoon op deze manier willen werken.’ Daarmee sluit hij aan bij de brede kritiek op de wet-VBAR. Die zou het kind met het badwater weggooien, door happy zzp’ers het werken onmogelijk te maken.
Puzzel
Het roept de vraag op in hoeverre een sector als de journalistiek werkelijk moet vrezen voor de fiscus en de nieuwe wet. In elk geval zal de Belastingdienst niet vanaf 1 januari overal de deur platlopen, vertelt John Piepers, programmamanager handhaving arbeidsrelaties bij de dienst. ‘Voor de repressieve handhaving, dus het toezicht achteraf en boekenonderzoeken, hebben wij 80 fte capaciteit, daar maken we geen geheim van.’
Tegelijkertijd benadrukt Piepers dat mediabedrijven net als iedereen moeten voldoen aan de regels, en dat controles altijd mogelijk zijn. ‘Het arbeidsrecht is geen keuzerecht. Iemand kan heel graag als zelfstandige aan de slag willen, maar als die vanuit het arbeidsrecht bezien een arbeidsrelatie heeft, dan moet je toch binnen een dienstbetrekking gaan werken.’ Ook die groep moet immers gewoon bijdragen aan het socialezekerheidsstelsel, maakt hij duidelijk.
Dat de dienst met het aanscherpen van de handhaving niet wacht op de wet-VBAR, komt volgens Piepers doordat de criteria erin niet nieuw zijn, maar een verduidelijking van wat nu al wel en niet mag volgens Nederlands en Europees arbeidsrecht.
Ik hoor jou onderbouwen dat het goed is dat jullie hier de komende periode aandacht aan besteden
John Piepers, programmamanager handhaving arbeidsrelaties Belastingdienst
Maar volgens jurist Zwemmer blijft er in de wet-VBAR sprake van een ‘puzzel’ met multi-interpretabele criteria. Als een klus evenveel kenmerken heeft van arbeid in loondienst als van zelfstandigheid (zie het kader), weegt mee of de werkende het werk als ondernemer uitvoert. Denk aan het doen van bedrijfsinvesteringen. Piepers benadrukt dat die ondernemerscriteria wel ‘tot uiting moeten komen in hoe de opdracht wordt uitgevoerd’, bijvoorbeeld doordat die investeringen nodig zijn voor de uitvoering.
De million dollar question dan: denkt Piepers dat op journalistieke redacties sprake is van schijnzelfstandigheid? Na het aanhoren van een beschrijving van de situatie, is hij op een omfloerste manier toch heel duidelijk: ‘Ik hoor jou onderbouwen dat het goed is dat jullie hier de komende periode eens goed aandacht aan gaan besteden.’
En dan niet in de vorm van modelovereenkomsten, waarin een werkverschaffer belooft dat freelancers werkzaamheden zelf mogen invullen. Die slaan volgens hem stuk op de weerbarstige praktijk. ‘Er blijkt in de praktijk bijvoorbeeld toch sprake van instructies. Door zo’n modelovereenkomst voelen partijen niet meer de verantwoordelijkheid om de vinger aan de pols te houden.’
Twee scenario’s
Voor mediabedrijven lijken er twee scenario’s te liggen, willen ze aan de regels voldoen. Het eerste: de omstandigheden waaronder freelancers worden ingeschakeld grondig herzien. Het tweede: ze in dienst nemen.
Over dat eerste heeft de NVJ wel ideeën. De vakbond ziet haar kans schoon om iets te doen aan de ongelijke machtsverhoudingen tussen freelancers en mediabedrijven. Een ‘echte’ opdrachtgever, zegt secretaris freelancers Milen van Boldrik, zou bijvoorbeeld nooit eenzijdig het uurtarief moeten kunnen vaststellen. ‘Er moet gelijkwaardigheid zijn tussen de ondernemer en de opdrachtgever, waarbij er dus ook een gelijkwaardige onderhandeling mogelijk is over het tarief. Ook zouden opdrachtgevers niet moeten werken met automatische billingsystemen waarbij de freelancer niet zelf de factuur stuurt.’
Als je freelancers vaak inschakelt voor avond- en weekenddiensten, gooi je je eigen glazen in, want dat is inbedding
Johan Zwemmer, arbeidsrechtdeskundige Universiteit van Amsterdam
‘Dat soort dingen zijn heel belangrijk’, beaamt jurist Zwemmer. ‘Denk ook aan het relatiebeding en concurrentiebeding; afspraken dat je niet voor andere opdrachtgevers in de branche werkt.’ Of dat organisaties freelancers vaak inschakelen voor avond- en weekenddiensten. ‘Daarmee gooien ze hun eigen glazen in, want dan heb je het over inbedding.’
Het is de vraag of dit soort correcties zullen volstaan. Zwaarwegende aspecten als de gezagsverhouding blijven lastig onontkoombaar. Zo moet een eindredacteur nu eenmaal luisteren als de chef een andere kop wil en heeft hij zich te houden aan een stijlboek. In dat geval zullen freelancers in dienst moeten. Zwemmer benadrukt daarbij dat arbeidsovereenkomsten niet allemaal dichtgetikte fulltime contracten hoeven te zijn. Denk aan flexibele contracten waarbij de werknemer in ruil voor die flexibiliteit vrijwillig afstand doet van ontslagbescherming. De NOS onderzoekt op het moment samen met de freelancers wat de mogelijkheden zijn.
Bij het ND werkt de huisjurist momenteel aan een advies. Sekeris: ‘Als die er hetzelfde over denkt als de NOS, moet ik mijn knopen gaan tellen en mensen in dienst nemen.’ Desnoods zal de krant dan, omdat er overcapaciteit ontstaat, op andere fronten moeten bezuinigen.
Piepers raadt mediabedrijven aan om, eventueel gefaciliteerd door de fiscus zelf, met elkaar in gesprek te gaan over wat nu wijsheid is. De NOS heeft dat naar eigen zeggen geprobeerd, maar ‘dat vond niet zoveel weerklank,’ aldus Bakker. Dus steekt de omroep zijn nek uit. ‘En daar krijgen we onzekerheid voor terug. Maar toch moeten we dit doen, vinden we.’
Wat verandert er?
Nederland telt zo’n 1,3 miljoen zzp’ers, waaronder honderdduizenden schijnzelfstandigen. Werkverschaffers – werkgevers dan wel opdrachtgevers – lagen daar lange tijd niet wakker van. Dat verandert nu.
1. De Belastingdienst gaat steviger handhaven
Vanaf 1 januari aanstaande, op basis van het arbeidsrecht – waaronder de huidige wet tegen schijnzelfstandigheid, de wet-DBA – en jurisprudentie. Bij overtreding dreigen boetes en naheffingen van niet-betaalde belastingen en sociale premies. Voorheen werd er ook gecontroleerd, maar niet op deze manier met terugwerkende kracht aangeslagen.
2. Er komt een nieuwe wet aan
De wet-VBAR (Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden) moet op 1 januari 2026 de wet-DBA vervangen. Hij moet nog wel langs het parlement.
De wet bevat een soort rekensom waarbij per klus indicaties dat het een arbeidsrelatie betreft worden afgewogen tegen indicaties dat het een freelancerelatie betreft. Onder het eerste valt bijvoorbeeld dat de freelancer instructies opvolgt. Onder het tweede dat deze eigen materiaal (zoals een laptop) gebruikt. Daarnaast zijn er indicaties die de werkende kan aandragen dat hij zich in brede zin als ondernemer gedraagt, zoals een KvK-inschrijving en meerdere opdrachtgevers. Volgens critici slaat de balans te snel door naar de conclusie loondienst.
Klik hier voor een snel overzicht van het wetsvoorstel. Klik hier voor het hele wetsvoorstel (klik op Ontwerpregeling en scroll naar onderaan pagina 53).
In het concept-wetsvoorstel staat ook een grens van 33 euro per uur. Als een werkverschaffer minder betaalt, is vermoedelijk sprake van schijnzelfstandigheid. Dergelijke tarieven waren lang gebruikelijk in de journalistiek – en hier en daar nog steeds.
3. De rechter wijst de weg
Vorig jaar oordeelde een rechter dat een corrector van de Volkskrant jarenlang in verkapte loondienst was geweest, onder meer omdat hij maar 24 euro per uur kreeg. De krant moest met terugwerkende kracht onder andere vakantiegeld aan hem betalen. In potentie kunnen veel oud-medewerkers op deze manier hun opdracht- pardon, werkgever laten aanslaan.
De laatste jaren waren er diverse andere rechtszaken met als centrale vraag of zzp’ers van bedrijf X eigenlijk in loondienst zijn. ‘Ja’, antwoordde de rechter meestal, bijvoorbeeld in zaken tegen de platformbedrijven Uber, Deliveroo en Helpling.