Weg met de ‘hoofdloze dikkerd’: deze checklist wijst media op hun beeldkeuzes
Nieuws | Medialandschap
Nu afvalmedicatie zoals Ozempic razend populair is, besteden media weer veel aandacht aan overgewicht en afvallen. Maar wat voor foto’s laat je daarbij zien? Volgens Jenny Klijnsmit van stichting Dikke Vinger werken beeldkeuzes in de media vaak stigmatiserend. Ze geeft tips voor hoe het beter kan en twee (beeld)redacteuren reageren. ‘Waarom zou je niet gewoon iemand laten zien die een boek leest?’
Dik lichaam op de bank, met in de hand een zak patat. Dik lichaam op een weegschaal. Bolle buik met een meetlint eromheen. Nog een bolle buik, maar dan eentje waar een spuit in wordt gezet.
‘Hoofdloze dikkerds’, noemde columnist en wetenschapsjournalist Asha ten Broeke de figuren die je ziet op dit type foto’s. In 2013 wijdde ze een column in de Volkskrant aan het fenomeen. Het viel haar op dat bij berichtgeving over overgewicht vaak een foto werd geplaatst van een zwaar persoon zonder hoofd – het beeld hield meestal op bij de hals, of nog lager.
Stigmatiserend effect
Dat is dus al twaalf jaar geleden, maar er is nog altijd ruimte voor verbetering, vindt Jenny Klijnsmit. Ze is bestuurslid van Dikke Vinger, een stichting die zich inzet voor ‘een samenleving waarin dikke mensen gelijkwaardig kunnen leven, vrij van stigma en discriminatie.’
Als je telkens dit soort beelden laat zien, breng je dikke mensen terug tot een probleemsituatie
Jenny Klijnsmit, bestuurslid stichting Dikke Vinger
Beeldkeuzes van media kunnen bijdragen aan dat stigma, zegt Klijnsmit. Vandaar dat Dikke Vinger een checklist voor redacties opstelde. Daarin staan voorbeelden van clichéfoto’s die een stigmatiserend effect kunnen hebben, zoals die van de ‘hoofdloze dikkerd’. ‘Dat beeld werkt ontmenselijkend: je reduceert dikke mensen tot een homp vlees. Iets waar je geen contact mee kunt maken, want je kunt iemand niet in de ogen kijken.’
Voor-en-na-foto
Zo zijn er meer voorbeelden. Klijnsmit somt op: ‘Iemand die een hamburger eet, puffend de trap op loopt, op de bank hangt met links de afstandsbediening en rechts een zak chips.’ Of, een klassieker uit vrouwenmedia: voor-en-na-foto’s van iemand die is afgevallen. ‘Als je telkens dit soort beelden laat zien, breng je dikke mensen terug tot een probleemsituatie. Dat heeft invloed op hoe anderen naar ons kijken.’
En dat is niet alleen vervelend voor iemand met overgewicht – een term die Klijnsmit overigens bewust niet voor haar rekening neemt, omdat ze het geen neutrale term vindt. Ze gebruikt liever ‘dik’ als beschrijving van het lichaam, net als klein of lang.
Nee, stigmatisering heeft een verdergaand effect: het heeft bijvoorbeeld ook invloed op hoe medische professionals naar dikke mensen kijken. Uit recent onderzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport blijkt dat van alle mensen die worden gediscrimineerd in de zorg, dikke mensen het meest worden gediscrimineerd.
Laat gezichten zien
Vandaar dus die checklist – die niet alleen laat zien wat er misgaat, maar ook hoe het beter kan. De tips zijn vaak verrassend simpel. Om te beginnen: toon gezichten, zodat je ziet dat een zwaar iemand ook gewoon een mens is. Stop met het eeuwige cliché van de fastfood etende dikkerd. En iemand die ontspannen op de bank zit is prima, maar moet dat altijd onderuitgezakt voor de televisie? Klijnsmit: ‘Waarom zou je niet gewoon iemand laten zien die een boek leest?’
En wat als het artikel waar een foto bij moet, gaat over de ellende die nou eenmaal kan komen kijken bij overgewicht? ‘Dan kun je ook prima focussen op de positieve kanten van leefstijl. Laat mensen zien die bewegen, die gezond eten.’
Diversiteit en inclusie
Wat vindt een beeldredacteur van de checklist van Dikke Vinger? Lotti Pronk van dagblad Trouw bekijkt ‘m desgevraagd. Ze herkent wel wat voorbeelden, vertelt ze – maar dan van jaren geleden. ‘Als je kijkt naar foto’s van pakweg tien jaar geleden, dan schrik je je dood. Dan zie ik in ons archief inderdaad nog die afgehakte hoofden. Maar dat doen we echt niet meer.’
Een foto van een lichaam met een meetlint vind ik anders dan een persoon in een winkelstraat, van achteren gefotografeerd
Kim Einder, chef nieuwsredactie NU.nl
Volgens Pronk is er op beeldredacties de laatste jaren veranderd – ze werkte eerder onder meer voor Volkskrant Magazine en Wordt Vervolgd, het magazine van Amnesty International. ‘We zijn in de media de laatste jaren natuurlijk veel beter gaan letten op diversiteit en inclusie. Daar is dit een onderdeel van.’ Volgens haar is het vooral belangrijk dat (beeld)redacteuren met elkaar blijven discussiëren en openstaan voor kritiek van buitenaf. ‘Lezers mailen ons over van alles en nog wat, we nemen hun commentaar heel serieus.’
Bijna crimineel
Wat haar betreft liggen de tips van Dikke Vinger erg voor de hand en maakt Trouw zich aan weinig negatieve voorbeelden schuldig. Met het punt van de stichting dat het beter is om gezichten te tonen, is ze het niet helemaal eens. ‘Soms is het om privacyredenen nodig om een onherkenbare foto te gebruiken. En soms is het voor de afwisseling gewoon mooier om geen gezicht te laten zien, omdat er op andere pagina’s al veel portretten staan.’
Ook Kim Einder, chef nieuwsredactie bij NU.nl, ziet soms reden om niet voor foto’s met gezicht te kiezen. ‘Als je mensen onherkenbaar maakt, zet je ze neer als slachtoffers – crimineel bijna. Maar een foto van een lichaam met een meetlint om de buik wel anders dan een persoon in een winkelstraat, van achteren gefotografeerd. Dus ik snap de kritiek van Dikke Vinger, maar met de vraag ‘wel of niet herkenbaar’, worstel ik wat.’
Ik heb zelf ook moeten leren zien of een foto wel fijn is voor mensen die zich in dat beeld herkennen
Kim Einder, chef nieuwsredactie NU.nl
Afgezien daarvan vindt ze de checklist een goed initiatief, omdat het kan bijdragen aan meer bewustzijn over het belang van diversiteit en inclusie. ‘We zijn daar bij NU.nl sinds 2019 bewust mee bezig. Destijds werden we vooral kritisch op de manier waarop we mensen met een migratieachtergrond in beeld brachten en beschreven. Gaandeweg ontdekten we dat er veel meer vormen van inclusie zijn. We kiezen er nu bijvoorbeeld ook bewust voor om af en toe mensen met het syndroom van Down te laten zien. Niet als dat het onderwerp is, maar juist bij nieuws dat daar helemaal niet over gaat.’
Gevoeligheid ontwikkelen
Net als Pronk is Einder ervan overtuigd dat het nu een stuk beter gaat met beeldkeuzes, ook bij NU.nl. ‘Maar er is absoluut nog ruimte voor verbetering.’ NU.nl heeft geen aparte beeldredactie, redacteuren kiezen vaak een foto bij hun eigen bericht. De meesten zijn allrounders, die dus over allerlei thema’s schrijven. ‘Dan zijn de afspraken die we hebben gemaakt over beelden bij een bepaald onderwerp niet altijd top of mind.’
Volgens Einder is het vooral belangrijk om als redactie te reflecteren op beeldkeuzes. NU.nl heeft een fotocommissie, bestaande uit een groep redacteuren die de fotografie op de website in de gaten houdt. ‘Soms sturen ze een mail rond waarin ze ons wijzen op wat er wel of niet goed gaat. Vaak heb je het er pas over als er een ongelukkige fotokeuze is gemaakt, maar het is wel belangrijk.’ Gevoeligheid voor de impact van beelden moet je ontwikkelen, zegt ze. ‘Ik heb het zelf ook moeten leren: bedenken of een foto wel fijn is voor mensen die zich in dat beeld herkennen.’
