Innoveren kun je leren, les 4: het geheim van de juiste houding

Nieuws | Innovatie
  • Peter Smet
  • 21 juli 2021
  • 1049 woorden , 5 min. lezen

De stokjes spaghetti liggen weer voor je. De rol tape is onaangeroerd. Om je heen staan de juiste mensen. Je weet dat je, zodra de tijd ingaat, gewoon moet beginnen. Snel de eerste toren in laten storten, zodat je kunt beginnen aan de tweede. En toch gaat het niet vanzelf. Les 4 gaat over het meest ongrijpbare element van een succesvolle innovatiecultuur: de juiste houding. Die scheidt het kaf van het koren onder de teams.

In elke les tot nu toe komt het wel een keer naar voren: innoveren vergt een totaal andere manier van denken en werken. We hebben het gehad over het probleem, het team en het experiment. Essentieel, maar het blijven kunstmatige kaders. Als een team niet begrijpt uit welke principes die kaders voortkomen, en waarom de kaders nodig zijn, zullen ze eerder leiden tot frustratie dan tot innovatie.  

Aansturen op bevestiging

Vooral bij het stramien van lelijk experimenteren ligt dit gevaar op de loer. Je kunt met de beste bedoelingen de slechtste experimenten uitvoeren – en dan bedoelen we niet ‘goed lelijk’, maar onbruikbaar. Denk aan interviews waarin je vraagt of iemand iets ook zo’n goed idee vindt, enquêtes waarbij mensen kunnen bevestigen dat ze een probleem ook heel belangrijk vinden of gesprekken waarin je aan potentiële klanten vraagt of ze je oplossing zouden gebruiken.  

Die ‘experimenten’ klinken misschien prima. Veel beginnende teams vallen er dan ook voor. Deze experimenten zullen altijd leiden tot bevestiging van wat je al denkt – omdat je hier op aanstuurt. Mensen zijn willen je (onbewust) steunen, door te zeggen dat je idee goed is of je probleem relevant. Vragen of iemand een oplossing zou gebruiken is dermate vrijblijvend, dat mensen veel te makkelijk ‘ja’ zeggen. Daarom is die bevestiging niets waard. Maar op het moment dat je zo’n fout maakt gaat er nergens een rood lampje branden of een alarmbel af. 

Feedback en frustratie

De enige manier om te voorkomen dat je experiment in de soep loopt, is door negatieve en positieve signalen zelf in te bouwen. Als je zorgt dat je continu bestookt wordt met feedback op je proces en het resultaat ziet van je handelen, leer je de innovatieve principes steeds beter kennen. In de SVDJ Accelerator organiseren we die feedback met een systeem van sprints, jury’s, mentoren en strategische sessies.  

Eerst leidt dit veelal tot frustratie. Je team kan bijvoorbeeld niet beginnen met een nieuw experiment, omdat het oude experiment niet binnen één sprint is afgerond. De jury keurt je voorgestelde experiment af, omdat het niet tot betrouwbare resultaten kan leiden. De mentor vertelt dat je moet stoppen met sleutelen aan je landingspagina, zodat je bezoekersaantallen kunt meten voor de sprint afloopt. Een strategisch adviseur vraagt waarom je op zoek bent naar een investeerder terwijl je eigenlijk nog geen klanten hebt. En dat elke maand weer.  

Grenzen worden hulpmiddelen

Maar al snel krijg je er lol in. Je gooit de landingspagina na één dag online, want het logo aanpassen kan altijd nog. Met de jury kijk je niet naar één, maar naar vier experimenten deze sprint. Je vraagt je mentor waar je het beste een training A/B-testen kunt volgen, zodat je meerdere versies van je landingspagina tegelijkertijd kunt uitproberen. Met je strategisch adviseur spar je over de beste volgorde om je klantgroepen te testen. De grenzen waar je eerst op stuitte, worden juist hulpmiddelen waardoor je beter en sneller kunt innoveren. Dan heb je ‘m te pakken: de innovatieve houding waar we naar op zoek zijn. 

Case: Robin Keeris – programmateam en mentor 

Robin Keeris begon in 2018 als mentor van de SVDJ Accelerator en schoof in 2019 aan als lid van het programmateam. Binnen het programmateam is ze verantwoordelijk voor de begeleiding van de teams. Dat kan ze als geen ander, omdat ze binnen haar eigen bedrijf elke dag teams coacht en begeleidt.  

Idee op het hakblok

Er loopt een duidelijke rode draad door de begeleiding van Keeris: ‘Mensen zijn geen rationele wezens – ook al denken we van wel.’ Het aanmeten van een innovatieve houding gaat net zozeer over emotie, als over ratio. Keeris weet hoe dat komt. ‘Het is onwennig, zeker in het begin. Je gaat niet zomaar je idee op het hakblok leggen. Het risico op teleurstelling is groot. Daar moet je als mentor begrip voor hebben.’ 

De beste manier om een team die weerstand los te leren laten? ‘Je probeert teams te laten beseffen dat een vroege teleurstelling misschien pijn doet, maar altijd minder dan een late teleurstelling nadat je veel tijd en geld hebt geïnvesteerd. Dat besef begint al bij het eerste idee van het team. Onbewust heeft het ene teamlid hier nét een ander beeld bij dan het andere teamlid. Door vragen te stellen komen deze verschillen naar voren. Vervolgens willen teams uitzoeken welke kant het precies op moet. Vanaf daar gaat het balletje rollen.’ 

Kwetsbaar durven zijn

Volgens Keeris moet een mentor dan ook nooit zelf een team ‘over het randje duwen’. ‘Waar het uiteindelijk om draait, is kwetsbaar durven zijn. Experimenten leveren zelden het verwachte – en gewenste – resultaat op. Teams zien zo’n onverwacht resultaat al snel als aanval op hun idee. Ik probeer ze dit juist te laten zien als waardevolle informatie over wat een gebruiker wél wil. Op basis daarvan kun je een nieuwe richting inslaan, die je van tevoren nooit bedacht had.’  

Tot slot benadrukt Keeris dat emotie niet alleen maar in de weg zit. ‘Veel teams hebben negatieve ervaringen met innovatie. Denk aan managers of klanten die geen onzekerheid accepteren, stroperige processen of doelgroepen die genegeerd worden. Een andere methode kan dan juist als een verademing voelen.’     

Dit punt vormt de brug naar de laatste les. Volgende keer meer over hoe je een innovatiecultuur verder laat groeien dan je eigen team en waarom vertraging de belangrijkste versneller kan zijn.  

Illustratie: Merlijn van Bijsterveld

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.