René Moerland: ‘2022 wordt het jaar van de professionele media’

René Moerland (51) is sinds 2019 hoofdredacteur van NRC. De kwaliteitskrant wordt vaak geschaard onder het kopje ‘traditionele media’, maar is die term nog van deze tijd? En hoe zorg je dat je medium herkenbaar is voor de hele samenleving?

‘2022 wordt het jaar waarin we media die we voorheen ‘traditioneel’ noemden, vaker ‘professionele media’ gaan noemen. Ten eerste omdat de term ‘traditionele media’ het zicht ontneemt op de enorme hoeveelheid innovatie die er bij media plaatsvindt. Door het maken van podcasts bereikt NRC bijvoorbeeld een heel nieuw publiek, is de redactie op een andere manier gaan werken en kunnen we spannende nieuwe dingen doen. We hebben als krant een mooie traditie waar we trots op zijn, maar we zijn meer dan traditioneel. En dat geldt ook voor andere media.

Professionaliteit

Ten tweede: professionaliteit is wat veel journalistieke media van sociale media onderscheidt. Achter elke journalistieke vraag zit bronnenonderzoek, zit de reflex om je af te vragen wat er nog meer schuilgaat achter de kennis die je al bezit. Op sociale media worden door sommige mensen heel verstandige dingen gezegd, maar het zijn ook plekken waar te veel mensen hun fantasie de vrije loop laten.

Laat zien dat je professioneel bent door transparant zijn over de vragen en twijfels die je hebt

Die werking van sociale media zie je terug in het publieke debat – met veel meningen uit de luie stoel – maar ook in de waardering die het groeiend aantal abonnees, van zowel NRC als andere media, voor ons heeft. Zij lezen ons omdat ze aan de hand van goed uitgezochte verhalen zelf hun mening kunnen vormen, waardering hebben voor het werk dat daarachter zit en beseffen dat journalistiek een vak is. Maar daar moeten wij journalisten het publiek wel van overtuigen: laat zien dat je professioneel bent door transparant te zijn over de vragen en twijfels die je hebt en de bronnen die je gebruikt. Daar zijn podcasts overigens ook heel geschikt voor.

Herkenbaar voor iedereen

Wij hebben een heel diverse samenleving met allerlei identiteiten, bepaald door afkomst, opleiding, gender, woonplaats of levensbeschouwelijke overtuiging. Bij NRC willen we herkenbaar zijn voor al die mensen. Om daarvoor de juiste journalistieke vragen te stellen, mag je rekruteringsbasis niet te klein zijn.

We moeten een open redactie zijn voor talentvolle journalisten van allerlei achtergronden, opleidingen en overtuigingen. Dat is NRC al meer dan het was, mede door ons eigen talentenprogramma, maar het kan nog beter. Daarom proberen we bij elke plek die vrijkomt breed te kijken, om te zien of we iemand kunnen vinden die iets nieuws toevoegt aan de redactie.

Freelancersstaking

Vorig jaar staakten inhuurkrachten een dag. Dat verraste me, want het gesprek was toen nog maar net begonnen. Zij misten vooral perspectief: wat waren de doorgroeimogelijkheden? Was er zicht op een vaste aanstelling? Daardoor zijn we gaan beseffen dat we hier helderder over moeten zijn. We hebben gesproken met iedereen die langer dan twee jaar voor ons werkte en voor een aantal mensen heeft dit geleid tot een dienstverband. Maar het heeft er ook toe geleid dat mensen voor wie zo’n vaste aanstelling er voorlopig niet in zat – ondanks dat zij hun werk uitstekend deden – zijn gaan zoeken naar iets anders. Dat is natuurlijk ook prima.

De vraag is ook veranderd. Een aantal jaren terug wilden mensen graag werken voor meerdere werkgevers. Door maatschappelijke ontwikkelingen zoals de krappere woningmarkt is er nu meer behoefte om voor één werkgever te werken. NRC is een groeiende, complexe organisatie waarin we veel verschillende kwaliteiten nodig hebben. We krompen al niet, en intussen slagen we erin ook meer inhuurkrachten in dienst te nemen. Dat is vooruitgang.

Illustratie door: Alexandra España