Schieten op een bewegend doel: Thijs Broer en Peter Kee reconstrueerden de totstandkoming van het coronabeleid
Nieuws | Journalistieke boekenHoe bied je het hoofd aan een pandemie? Bijna twee jaar geleden stond het toenmalige kabinet voor die vraag. Thijs Broer en Peter Kee, politiek redacteuren van talkshow Op1, volgden minutieus hoe de regering zich door deze acute crisis heen sloeg en schreven er het boek ‘Code Rood’ over. ‘Nederland is het land waar niemand de baas is. Heel veel problemen, fouten en gezwalk zijn daartoe te herleiden.’
Het zou een bijzonder verkiezingsjaar worden. Toen de coronacrisis in maart 2020 losbarstte, wisten Thijs Broer en Peter Kee, beide politiek redacteur bij talkshow Op1, dát al snel. Aan de talkshowtafel schoven alle politieke hoofdrolspelers aan. In de wandelgangen hoorden Broer en Kee veel meer dan wat ze ooit in acht minuten talkshowtijd kwijt zouden kunnen. ‘We moeten nu gaan schrijven’, zei Kee daarom tegen Broer. Ze wilden de gebeurtenissen vastleggen terwijl die zich ontvouwden, oftewel ‘schieten op een bewegend doel.’
Het resultaat is ‘Code Rood’, een gedetailleerde reconstructie van de totstandkoming van het coronabeleid, tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. Het boek geeft een kijk in de achterkamers van de politiek – de overwegingen, persoonlijke drama’s en frustraties van bewindslieden die het veel minder voor het zeggen hadden dan ze graag hadden gewild. Het laat zien hoe het Nederlandse kabinet zonder bestuurlijke visie door de crisis strompelde. Broer: ‘We wilden een boek schrijven dat het brede publiek zonder veel politieke achtergrondkennis zou aanspreken. Tegelijkertijd moesten kenners er veel in kunnen ontdekken wat ze nog niet wisten.’
Geen openbare bronnen
Er was alleen een probleem: de hoofdpersonen mochten in het openbaar geen kritiek op elkaar hebben, want het kabinet hoort met één mond te spreken. Bovendien werden er van belangrijke besprekingen zoals het Catshuisoverleg geen notulen gemaakt. Kortom: er waren geen openbare bronnen. Om erachter te komen hoe de politieke hoofdrolspelers tot hun besluiten kwamen en hoe ze over elkaar dachten, moesten Broer en Kee dus zoveel mogelijk mensen spreken die erbij waren. Dat resulteerde in meer dan honderd interviews en veel factchecken.
Al dat journalistieke handwerk goten de auteurs in de vorm van een politieke thriller. Ze bouwden het verhaal op in korte hoofdstukken, beeldend beschreven, bijna als filmische scenes. In de tegenwoordige tijd, om de vaart erin te houden. ‘We hebben de hoofdstukken bewust telkens aan een hoofdpersoon opgehangen,’ legt Broer uit. ‘Zodat het een persoonlijke kleur krijgt. Dan herkennen lezers zich in wat ze zien. De fricties achter de schermen en het persoonlijke drama.’
Broodje kaas
De aanpak mag dan literair zijn, ‘Code Rood’ is gebaseerd op feiten, vult Kee aan. ‘We zijn de persoonlijke details echt gaan uitzoeken. Wat hebben mensen gegeten? Wat was de situatie, bij wie was het thuis? Zoals minister Arie Slob die bij de buren zit te lunchen wanneer hij erachter komt dat de scholen dicht moeten.’
Om achter deze details te komen, pasten ze een trucje toe. Broer: ‘Omdat we wisten dat we het toch zouden voorleggen, hebben we scènes met enige verbeelding opgeschreven. We stelden ons helemaal voor hoe het gegaan zou kunnen zijn.’
Dat leidde soms tot grappige correcties, zegt Kee: ‘Het broodje zalm van Arie Slob werd bijvoorbeeld een broodje kaas, want Arie lust geen vis.’ Voor Wopke Hoekstra hadden ze bedacht dat hij ’s avonds op een Oostenrijkse berg in een skihut te horen kreeg dat het misging met corona in Nederland. Broer: ‘We hebben hem dat laten lezen en hij zei: “Waar hebben jullie dat vandaan? Dat was helemaal niet in de skihut, dat was ’s avonds in het pension.” Dus zoals het er staat komt het precies overeen met hoe hij het zich herinnert.’
Alles voorleggen
Er waren dan ook harde afspraken gemaakt over het voorleggen van de tekst aan de ‘hoofdrolspelers’. Zo mochten de schrijvers niet letterlijk citeren uit de gesprekken. Soms was dat jammer, zegt Kee: ‘Dan moesten we heel mooie quotes laten liggen. Maar we wilden die openheid, die maakte dat het zo’n mooi boek kon worden.’ Broer vult aan: ‘En juist op die manier kregen we heel veel te horen wat ze van elkaar vonden, ook scheldpartijen en hele harde oordelen.’
En al die gesprekken dienden een tweede doel: het controleren van de feiten. Broer: ‘De politieke spelers hebben allemaal hun eigen belang om iets te vertellen, dus als het maar enigszins kritisch was, legden we dat weer voor aan andere betrokkenen. Daar komt bij dat mensen vaak vertekende herinneringen hebben, waardoor ze, naar eer en geweten, verschillende lezingen hebben van wat er is gebeurd.’
Niemand de baas
‘Code Rood’ is een reconstructie van die gebeurtenissen, benadrukken de schrijvers, geen analyse van het beleid an sich. Broer: ‘Dat zou een heel riskante operatie zijn geweest. Dan hadden wij ons als deskundigen moeten opstellen en van moment tot moment moeten wegen of maatregelen wel verstandig waren. Dat oordeel is helemaal niet aan ons. Dan waren we in een mijnenveld terecht gekomen.’
Het mag dan geen beleidsanalyse zijn, het boek heeft volgens de auteurs wel een patroon blootgelegd: Nederland is ‘het land waar niemand de baas is’. ‘Heel veel problemen, fouten en gezwalk zijn daartoe te herleiden,’ zegt Kee. ‘Nederland heeft een diepgewortelde traditie: iedereen moet en mag altijd meepraten. We zijn er heel trots op dat niemand de baas is. In vredestijd werkt dat voortreffelijk. Maar het hele systeem gaat kraken en knarsen in crisistijd, wanneer er snel beslissingen genomen moeten worden. Dan gaan we roepen om maatregelen, maar als ze er komen vinden we ze niet goed en veel te laat.’
Nu, bijna twee jaar later, is die bestuurscultuur nog steeds niet veranderd, zegt Broer: ‘In het coalitieakkoord staat niks over hoe het verder moet met corona. Het gebrek aan consistente visie, het doormodderen – dat systeem hebben we beschreven.’
Foto: Merlijn Doomernik (bewerkt)