© Unsplash, Serhat Beyazkaya

Schrijven over jezelf: ‘Ik-journalistiek is een manier om geloofwaardig te zijn’

Nieuws | Op de werkvloer

Pak ‘m beet vijfentwintig jaar geleden was het not done om als journalist vanuit jezelf te schrijven. De krant was het instituut, niet de journalist. Tijden veranderen: het gebruik van de ik-vorm in de krant wordt steeds normaler. 

Je vindt de ‘ik’ in reportages, undercoverjournalistiek en achtergrondverhalen. En niet alleen bij media die zich toeleggen op verdieping, zoals De Correspondent. Ook traditionele nieuwsbrengers gebruiken de vertelvorm steeds vaker. 

Marcel Broersma, hoogleraar Journalistieke Cultuur en Media aan de Rijksuniversiteit Groningen, onderzoekt met collega’s Kim Smeenk en Frank Harbers de populariteit van de vertelvorm bij de vier grote kranten (de Volkskrant, De Telegraaf, NRC en Algemeen Dagblad). Hij ziet een opvallende verschuiving. ‘Waar media in 2000 zelden een ‘ik’ aan het woord lieten, kozen ze tussen 2009 en 2019 steeds vaker voor de ik-vorm.’ Ongeveer 10 procent van de verhalen in de vier grote kranten betreft ik-journalistiek. De Telegraaf gebruikt de vertelvorm met 3,5 procent relatief weinig, de Volkskrant met 17,5 procent juist vrij vaak.

Een ‘ik’ helpt een journalist om zijn publiek te overtuigen dat wat hij schrijft waar, waardevol en interessant is

Marcel Broersma, hoogleraar Journalistieke Cultuur en Media

Dat ik-journalistiek terrein wint in dagbladen noemt Broersma een logisch gevolg van een verschoven focus: 25 jaar geleden lag de nadruk op nieuws, nu steeds meer op duiding. ‘Journalisten duiden een breder, maatschappelijk probleem steeds vaker vanuit de eigen ervaring.’ Een andere reden voor de groeiende populariteit van de vertelvorm ziet hij in het veranderende ethos van journalisten. ‘Vijfentwintig jaar geleden was het een doodzonde om als journalist vanuit jezelf te schrijven. De krant was het instituut, niet de journalist. In die tijd zag je zelfs zelden de naam van de auteur bij een artikel.’

Nu is het vermelden van de naam van de auteur vanzelfsprekend en werkt het gebruiken van een ‘ik’ volgens Broersma in sommige gevallen zelfs in het voordeel van de journalist. ‘Zo’n ‘ik’ helpt een journalist tegenwoordig om zijn publiek te overtuigen dat wat hij schrijft waar, waardevol en interessant is.’

Meer vertrouwen

Is het ik-verhaal een ‘wapen’ tegen het groeiende wantrouwen in media? Volgens Broersma zou dat maar zo kunnen. Hij ziet ik-journalistiek als een antwoord op de bredere trend in de samenleving, waarin mensen meer vertrouwen hebben in individuen dan in instanties. ‘Het publiek realiseert zich meer dan vroeger dat journalisten proberen om zo goed en waarheidsgetrouw te schrijven, maar dat er meerdere versies zijn van de werkelijkheid.’ De hoogleraar stelt dat iemand die een verhaal vanuit zichzelf schrijft, eerlijk is over zijn observaties en interpretaties waardoor een lezer beter begrijpt waar ze vandaan komen. ‘De vertelvorm is transparant en eerlijk, het is een manier om geloofwaardig te zijn.’

Tot niets heb ik zo’n onovertroffen toegang als tot mezelf. Ik kan het niet laten om uit die schat te putten

Bregje Hofstede, journalist De Correspondent

Bregje Hofstede werkt voor De Correspondent, een nieuwsplatform dat de ik-vorm al jaren omarmt, en schrijft regelmatig vanuit zichzelf. ‘’Ik’ is een sterk woord, je kunt er zo in gaan staan. Het zorgt ervoor dat lezers zich snel betrokken voelen.’ Daarnaast past de vorm haar als een jas, zegt ze. ‘Ik heb de neiging om mezelf onder de loep te leggen als ik wil weten hoe iets werkt bij mensen. Tot niets heb ik zo’n onovertroffen toegang als tot mezelf. Er ligt een schat aan informatie, ik kan het niet laten om daaruit te putten.’ Daarnaast vindt ze het net als Broersma een eerlijke vertelvorm, omdat je als maker laat zien waar je de mosterd vandaan haalt. ‘Ik maak duidelijk wat mijn vertrekpunt is.’

IJdelheid

Volgens Hofstede kent schrijven vanuit de ik-vorm wel valkuilen. Het ego wil slim overkomen, aardig gevonden worden of laten zien dat je ‘aan de goede kant’ staat. ‘IJdelheid doet afbreuk aan een ik-verhaal. Je moet hoe dan ook oprecht blijven en dat is moeilijk, het lukt mij ook niet altijd.’ 

Niet alle media omarmen het ik-verhaal. Het Financieele Dagblad (FD) kiest er bijvoorbeeld bewust voor om de rol van de journalist niet te groot te maken. Hoofdredacteur Perry Feenstra: ‘Ik ben geen fan van het genre. Onze taak is om informatie zo feitelijk en meningenvrij weer te geven, door een ‘ik’ aan het woord te laten, neemt die kracht af.’ Bovendien zitten de abonnees van het FD er volgens Feenstra niet zo op te wachten. ‘We weten dat onze lezers meningen maar irritant vinden, die vind je dan ook zo min mogelijk in onze krant.’

Mordicus tegen is hij ook weer niet. ‘Ook ons beleid verschuift,’ bekent de hoofdredacteur. Zo verscheen er recentelijk een persoonlijk verhaal van eindredacteur Sanne Kloosterboer over haar gehandicapte dochter die niet langer thuis kon wonen. ‘In zo’n geval gebruiken we het ik-verhaal in ons magazine om te illustreren wat er gaande is in de maatschappij.’ Als het FD kiest voor de persoonlijke vertelvorm, dan weloverwogen, zegt Feenstra. Ieder artikel moet de vertelvorm krijgen die het beste past.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.