Schrijven voor een wetenschappelijk tijdschrift: ‘Een arts zou het nooit zo opschrijven als een journalist kan’
Nieuws | OnderzoeksjournalistiekHet Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, The British Medical Journal, Nature en Science: grote wetenschappelijke tijdschriften hebben vaak ook een journalistieke tak. Die biedt ruimte aan diepgaande verslaggeving, analyses en kritische reflectie op wetenschappelijke ontwikkelingen, beleid en onderzoek. Een mooi podium voor journalisten – maar er gelden vaak net andere spelregels dan bij traditionele media.
‘Zonder het NTvG was ik misschien wel iets heel anders gaan doen,’ vertelt Lucien Hordijk, freelance onderzoeksjournalist die zich specialiseert in de farmaceutische industrie. Hij kwam eigenlijk via een omweg bij het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde terecht. ‘Ik schreef een verhaal voor NRC over een hoogleraar die schathemeltjerijk werd van de verkoop van een kankermedicijn waaraan het ziekenhuis alleen een fooi zou overhouden. Het verhaal was helemaal rond, iedereen leek er hartstikke blij mee te zijn.’ Het liep anders; de wetenschapper in kwestie had stampij gemaakt bij de hoofdredactie – met succes. ‘Op de dag voor publicatie werd ik gebeld dat het verhaal toch uit de krant werd gehaald. Zo’n complex verhaal van een freelancer vonden ze toch eng.’
Vandaar dat Hordijk het pitchte bij het NTvG. ‘Ook zij waren een beetje nerveus, maar na uitvoerig overleg en een uitgebreide feitencheck werd besloten het stuk te publiceren.’ Het hielp dat de hoofdredactie uit medisch specialisten bestond. ‘Daardoor konden zij beter beoordelen wat voor verhaal het was.’ Die dag maakte de NOS er ook een item over. ‘Dat bracht een explosie aan aandacht met zich mee, het is by far mijn grootste verhaal tot nu toe.’
Kritische journalistiek
Het NTvG is een wetenschappelijk, peer-reviewed tijdschrift. Daarnaast heeft het ook een journalistieke tak voor verhalen over zaken op het grensvlak van medische wetenschap en journalistiek. ‘Als je een serieus blad bent, dan moet je ook onafhankelijke journalistiek hebben,’ vindt oud-hoofdredacteur Yolanda van der Graaf. Zij was betrokken bij het opzetten van de journalistieke afdeling. ‘We wilden ook wat onafhankelijkere berichtgeving dan wat je krijgt als je als dokters over hun eigen vak verslag doen. Ik geloof niet dat je over je eigen onderzoek kunt schrijven.’ Het publiek van het NTvG bestaat uit dezelfde mensen als waar de verhalen over gaan. Journalisten brengen daarom volgens haar een waardevol ander perspectief mee. ‘Iemand van het NTvG zei eens: “Ik zou het nooit zo opschrijven.” En dat is nou precies het punt.’
Soms kun je best gek worden van alle details over zinnetjes, woordjes en feitjes die aangepast en nog eens moeten worden aangepast
Jop de Vrieze, freelance wetenschapsjournalist voor onder meer de Volkskrant en Science
Het Amerikaanse wetenschapstijdschrift Science heeft al decennialang een journalistieke afdeling. Martin Enserink, deputy news editor bij het blad, vertelt: ‘Het journalistieke deel van Science moet je zien als een onafhankelijk wetenschapsjournalistiek platform. Het opereert onafhankelijk van de wetenschappelijke kant.’ Het journalistieke deel is ontstaan uit een behoefte aan andere verhalen dan alleen maar het publiceren van wetenschappelijke onderzoeken. ‘Verhalen over funding, wetenschapsbeleid, wetenschappelijke integriteit; al die dingen die doorgaans niet in wetenschappelijke onderzoeken staan, maar wel interessant zijn voor een publiek van wetenschappers,’ legt Enserink uit. ‘We vinden het heel belangrijk een kritisch geluid te laten horen, ook als het gaat over een van de onderzoeken die in Science zelf zijn gepubliceerd.’
Langer redactieproces
Jop de Vrieze, freelance wetenschapsjournalist voor onder meer De Groene Amsterdammer en de Volkskrant, publiceerde op de journalistieke afdeling van tijdschriften als Science en Nature. Hij schreef voor Science bijvoorbeeld over de Sackler Prijs en over een pilot voor een malariavaccin. ‘Het opent deuren als je naam verbonden is aan zo’n titel,’ is zijn ervaring. ‘Ik had bijvoorbeeld nooit Bruno Latour (gerenommeerd filosoof en socioloog, red.) kunnen interviewen als ik niet ook voor Science schreef.’ Ook niet onbelangrijk: wetenschappelijke bladen betalen vaak beter dan een krant, merkte De Vrieze. Daar staat tegenover dat je vaak wel langer bezig bent met een stuk. Bij Science gaat een artikel bijvoorbeeld door drie lagen redactie heen. ‘Soms kun je best gek worden van alle details over zinnetjes, woordjes en feitjes die dubbel gecheckt, aangepast en nog een keer moeten worden aangepast,’ zegt De Vrieze. ‘Maar het is écht nodig, het maakt je stuk beter – en weerbaarder.’
Ook Hordijk heeft de ervaring dat het redactieproces bij een wetenschappelijk tijdschrift langer is. ‘Het verloopt stroperiger dan bij een regulier medium. Vooral bij de British Medical Journal ben je soms vier dagen met een jurist aan het heen-en-weren over een lidwoord. En soms moet je best vechten voor je bevindingen. Ze willen de scherpe randjes er nog weleens afslijpen.’ Maar als het door de eindredactie en juridische controle heen is, wordt het door een groot publiek gezien. ‘Dan lezen bijvoorbeeld niet alleen de Nederlandse farma-kantoren je stuk, maar ook de hoofdkantoren.’
Je kunt goed merken dat veel buitenlandse medische tijdschriften een Angelsaksische redactiecultuur hebben, zegt De Vrieze. ‘Ze zijn veel preciezer met het citeren. Zelfs bijna alle versprekingen worden gequoot.’ Ook de fact-check verloopt heel nauwkeurig. ‘Het gaat soms om de laatste details, bijvoorbeeld: was het náást de deur of vóór de deur van het huis? Je moet al je bronmateriaal bewaren, alles moet je kunnen laten zien of horen.’ Ook van belang in de Angelsaksische wereld: er heersen strenge regels over belangenverstrengeling. Martin Enserink van Science licht toe: ‘Als je bijvoorbeeld voor een PR-blad van een organisatie schrijft, kun je geen kritisch stuk over dezelfde organisatie voor Science maken.’
Win-winsituatie
Toch hoopt Enserink dat journalisten niet aarzelen om contact op te nemen met Science voor een pitch. ‘We proberen onze pool[5] met freelancers altijd uit te breiden. Op congressen zeggen we altijd: “Als je een leuk idee hebt, kom vooral bij ons, we bijten echt niet. We denken graag met je mee en kunnen helpen je verhaal te ontwikkelen.’ Wel moet het onderwerp interessant zijn voor een internationaal publiek. ‘Het moet een verhaal zijn dat we niet kunnen laten lopen. En je moet het onderwerp echt goed kennen.’
Binnenkomen bij zo’n tijdschrift lijkt soms heel moeilijk, mensen denken dat ze bij God op schoot zitten
Lucien Hordijk, freelance onderzoeksjournalist voor onder meer het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
De Vrieze is het daarmee eens: ‘Je moet niet willekeurig een verhaal pitchen in de hoop dat ze toevallig net omhoog zitten. Het is veel handiger als je weet wat er speelt en zegt: “Ik zit hier bovenop, ik kan die en die spreken.”’ Ook Hordijk spreekt over het belang van een goed netwerk: ‘Binnenkomen bij zo’n tijdschrift lijkt soms heel moeilijk, mensen denken dat ze bij God op schoot zitten. Uiteindelijk is het vooral een kwestie van netwerken, erop afstappen, werknemers van bladen tegenkomen op conferenties. Het is makkelijker als je bij een collectief van journalisten bent aangesloten dat vaker met wetenschappelijke tijdschriften heeft samengewerkt.’
Eenmaal binnen levert de samenwerking tussen de journalistiek en de wetenschap iets op voor beide partijen, vindt Yolanda van der Graaf. ‘Er is een hele geneeskunde buiten de supermedische specialisten waar het grootste deel van het tijdschrift op is gericht. Er zijn weinig mensen die daarover publiceren. Journalisten kunnen een oplossing zijn voor de gaten die nu in een tijdschrift vallen.’ Haar tip aan journalisten: ‘Vraag raad aan de huidige redacteuren en mensen die vaker in zo’n blad hebben gepubliceerd.’
Ook Hordijk ziet samenwerken met een wetenschappelijk tijdschrift als een kans: ‘Als je spannende onderzoeken combineert met journalistiek heb je the best of both worlds. Je hebt expertise van mensen met gespecialiseerde kennis in je rug en je stuk komt terecht bij de mensen voor wie het bedoeld is. Daarnaast bereik je door samen te werken met een journalistiek medium een breed publiek.’ De Vrieze vat samen: ‘Er staat meer op het spel, maar je krijgt er ook meer impact voor terug.’