Sophie van Oostvoorn (NRC) stelt het publiek centraal: ‘Redacties moeten kijken naar de mensen achter de clicks’

Nieuws | Innovatie

Sophie van Oostvoorn weet waartoe ze op aarde is: het publiek centraal stellen en de lezer betrekken bij de journalistiek. Naast haar baan als audience engagement editor bij NRC verstuurt ze tweewekelijks De Nieuwe Lezer, een nieuwsbrief waarin ze vertelt hoe redacties op de lezer kunnen focussen.

Lezers houden Sophie van Oostvoorn al een jaar of acht bezig. Die interesse ontstond aan het begin van haar journalistieke carrière, op de internetredactie van Het Parool. Artikelen die ze schreef, plaatste ze zelf op Facebook. Ze raakte gefascineerd door wat er daarna gebeurde: welke artikelen werden geliket en gedeeld, hoe vaak werden ze gelezen? Die cijfers zette haar aan het denken over de lezers, over wat zij willen lezen. In haar nieuwsbrief pleit ze ervoor dat het publiek op de eerste plaats komt te staan in de journalistiek.

Waarom vind je dat zo belangrijk?

‘Omdat journalistiek voor het publiek gemaakt wordt. Journalistiek is er zodat de samenleving een geïnformeerd gesprek over zichzelf kan voeren’, zei Jeff Jarvis (Amerikaanse journalist en universitair hoofddocent, red.) eens en dat vind ik een mooie. Ik denk alleen dat dat tegenwoordig niet meer het belangrijkste doel is van nieuwsorganisaties.’

Wat gaat er mis?

‘We kijken naar de lezer, kijker en luisteraar als abonnee of potentiële abonnee. Zonder pardon knallen we overal betaalmuren voor. Hoe we geld kunnen verdienen aan het publiek krijgt meer aandacht dan wat zij van ons verwachten. We zijn een deel van hun behoeften uit het oog verloren. En dat zie je terug in de dalende interesse voor nieuws.’

In augustus 2019 schreef je de eerste aflevering van De Nieuwe Lezer. Hoe kwam je op het idee?

‘Al een paar jaar las ik veel nieuwsbrieven over innovaties in de journalistiek, mijn opgedane kennis deelde ik met collega’s bij NRC. Toen mijn contract destijds niet werd verlengd, wilde ik een stok achter de deur hebben om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen. Via De Nieuwe Lezer wilde ik me profileren als iemand met verstand van lezers en publiek.’

Dat lukte, want kort daarna trad je weer in dienst bij NRC, op de Lezersdesk. Waarom besloot je door te gaan met je nieuwsbrief?

‘Mijn nieuwsbrief houdt me scherp, dwingt me goed na te denken over de dingen waarover ik lees voordat ik er een aflevering aan wijd. Daarnaast hoop ik te bereiken dat de lezer steeds vaker in het hoofd komt van mensen die op redacties werken. Dat ze die lezer meenemen in overwegingen en er met collega’s over spreken, dat het publiek top of mind wordt.’

Want dat is nu niet het geval?

Op veel redactievloeren zou meer aandacht moeten zijn voor lezers. Er worden aannames gedaan over hun behoeftes zonder met ze in gesprek te gaan. Of redacties geven lezers wel de mogelijkheid om van zich te laten horen, maar luisteren niet naar wat ze zeggen. Daar heb ik mezelf ook schuldig aan gemaakt toen we de reactiemogelijkheid op NRC.nl terugbrachten. Soms waren we drukker met het aantal reacties, dan met wat er gezegd werd.

Dat veel redacties zich bezighouden met data is goed. Lees-, kijk- en luistercijfers zijn een mooi opstapje, want ze geven een idee van wat lezers interessant vinden. Maar die cijfers zijn óók gekleurd en van honderd dingen afhankelijk. Redacties zouden moeten kijken naar de mensen achter de clicks; wie zijn zij, wat beweegt ze en wat willen ze graag weten?’

Alleen maar zenden is niet meer van deze tijd

Bedoel je daarmee dat de wil van het publiek de wet is?

‘Het gaat om een balans. Journalisten zijn vrij om te maken wat ze willen, maar daarnaast zouden ze ook moeten nadenken over wat lezers nodig hebben, over wat hun nieuws- en informatiebehoefte is. De Open Redactie van de Volkskrant vind ik daar een goed voorbeeld van. Heel sec vragen ze lezers wat ze willen weten en op basis daarvan maken ze artikelen.’

Zie nog meer positieve ontwikkelingen?

‘In de Verenigde Staten schieten nieuwe hyperlokale initiatieven die zich richten op het dienen van de community uit de grond. Een mooi voorbeeld is een rattenplaag in Detroit die ontstond doordat bewoners niet wisten wanneer ze hun vuilnis buiten moesten zetten. Outlier Media gaf die informatie, waardoor de problemen met ongedierte werden opgelost. Dat soort ontwikkelingen vind ik hoopgevend. Maar ook word ik blij van de hoofdredacteur van Trouw die uitlegt waarom de krant vanaf nu ‘wit’ in plaats van ‘blank’ schrijft. Die manier van communiceren naar lezers zie je steeds vaker. We gingen, en gaan, er te vaak vanuit dat mensen wel snappen wat we doen. Maar dat is helemaal niet zo. De lezer meenemen in overwegingen, daar begint het mee.’

Welke vraag zouden redacties zichzelf volgens jou moeten stellen?

‘Waartoe zijn we op aarde? En hoe kunnen we ons publiek zo goed mogelijk voorzien van de informatie die ze nodig hebben? Darryl Holliday (Amerikaanse journalist, red.) daagt nieuwsmakers uit na te denken over wat zij beter kunnen dan de lezer en wat het publiek beter kan dan zij. Dát vind ik zinvol om over na te denken. Alleen maar zenden is niet meer van deze tijd. Onderzoek waar je elkaar kunt versterken.’

Nieuwsbrieftips van Sophie van Oostvoorn

  • The Rebooting – Brian Morrissey schrijft verhelderend over ontwikkelingen in de online media
  • American Press Institute – Een dagelijkse medianieuwsbrief die bijna alles vangt
  • FWIW – Over tech, media & audionieuws mét vermakelijk commentaar
  • Mapping Journalism – Over journalistieke grenzen verleggen op sociale media, van een Italiaanse journalist
  • RQ1 – Een kwartaalnieuwsbrief over nieuwe wetenschappelijke onderzoeken
  • Thomas Baekdal – Een erg interessante kijk op journalistiek, ook al is Thomas soms een beetje zuur
  • AXIOS Media Trends – Een wekelijkse nieuwsbrief met ‘gewoon’ zeven goede stukken over mediagebruik
  • Niemanlab – Een dagelijkse nieuwsbrief voor de echte diehards. Voor wie dat wat te gortig is, is er ook een wekelijkse variant

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.