© Omroep Zilt

Omroep Zilt bedient zijn publiek in negen talen: ‘Zo voelen mensen zich thuis’

Nieuws | Vernieuwing

Wat doe je als omroep wanneer er in jouw regio negen talen worden gesproken? Welke kies je dan? De noordelijke streekomroep Omroep Zilt maakt gewoon geen keuze. Nederlands is de voertaal, maar de kijker krijgt ook producties geserveerd in het Bildts, Franekers, Harlingers, Aasters, Meslânzers, Schylingers en Vlielands. Handig is anders, maar het levert veel op. ‘Mensen voelen zich vrijer als ze hun eigen taal kunnen spreken.’

Omroep Zilt ontstond bijna een jaar geleden uit een samenwerking van drie lokale omroepen: Radio Eenhoorn (Waadhoeke), Omroep RSH (Harlingen) en Omroep Lennard (Vlieland en Terschelling). De streekomroep bestrijkt een flink gebied met twee steden, twee eilanden, meerdere dorpskernen en een deel van de Waddenzee. Geografisch en cultureel gezien zijn er flinke verschillen. ‘Maar waar we ook actief zijn, ons doel is om middenin de maatschappij te staan,’ zegt hoofdredacteur Simen Hofman. ‘Dat is aan de wal niet anders dan op een eiland.’

Bij de vorming van een streekredactie met één gezamenlijke nieuwssite werd lezers, kijkers en luisteraars beloofd dat Omroep Zilt de verschillende lokale samenlevingen niet uit het oog zou verliezen. ‘Daarom wordt naast het Nederlands en het Fries ook gebruik gemaakt van de streektalen,’ schreef Omroep Lennard vorig jaar bij de overgang naar de nieuwe streekomroep. De zeven streektalen uit het gebied zijn het Bildts, Franekers, Harlingers, Aasters, Meslânzers, Schylingers en Vlielands.

Kun je dan zelf kiezen in welke taal je een artikel wilt lezen? Dat ook weer niet. De basis van alle artikelen is Nederlands. De meertaligheid zit ‘m vooral in de quotes die niet worden vertaald. Daardoor ontstaan er koppen als ‘Stembus op school voor fusieplannen in Bitgummole: “Les yn demokrasy”’ en ‘Kinderboek over rouw voor Bildtse leerlingen: “Niet te droevig skrive”’. In uitzonderlijke gevallen wordt ervoor gekozen om een productie helemaal in een streektaal te maken, zoals afgelopen jaar een podcast over de vroegere rechtbank in Franeker. ‘Die is helemaal in ut Franekers,’ zegt Hofman.

Vrijer

De keuze voor al die talen is heel logisch, zegt de hoofdredacteur. ‘Er is volgens mij geen andere streek met zoveel talen en culturen. Die horen dus allemaal bij je omroep.’ Volgens Hofman ontkom je er dan ook niet aan om bij het verslaan van lokale gebeurtenissen de dialecten te gebruiken. ‘Maar het is vooral een manier om mensen zich thuis te laten voelen. Bovendien voelen mensen zich vrijer als ze hun eigen taal kunnen spreken en levert een interview dan ook meer op.’

Dat laatste beaamt verslaggever en eindredacteur Lennard Geerts, die voornamelijk vanaf de eilanden werkt. ‘Ik vraag mensen altijd om te antwoorden in de taal die ze willen. Dat vinden de geïnterviewden leuk, en ze kunnen ze zich op die manier ook beter uitdrukken.’ Hoewel Geerts niet al die streektalen spreekt en het Fries ook pas later heeft geleerd, begrijpt hij meestal wel wat er wordt gezegd. ‘De verschillen tussen de talen zijn klein, ik kan het altijd wel volgen. Sinds ik Fries spreek, denk ik bij het Schylingers bijvoorbeeld vooral: wat een aparte klanken.’

Die kleine verschillen zijn meteen ook een uitdaging voor de redactie. In audio of video kan een citaat makkelijk in de originele taal worden uitgezonden, maar bij het uitschrijven van artikelen komt het vrij nauw. ‘Dan moet je even goed opletten, want hoe je iets opschrijft is in elke taal net iets anders,’ zegt Hofman. ‘Het Nederlandse lidwoord ‘een’ wordt dan bijvoorbeeld ‘’n’ of ‘in’ in een streektaal.’ Voor een aantal talen heeft de omroep daarom vrijwillige correctoren die de taal spreken en de artikelen nalezen. ‘Dat kost wat meer tijd, maar is het zeker waard.’

Op Vlieland is de Branding een slijterij, een Terschellinger bedoelt er een strandtent mee

Juist voor een grotere streekomroep is het belangrijk om de lokale talen en culturen goed te kennen, zeggen Geerts en Hofman, al was het maar om misverstanden te voorkomen. Als voorbeeld noemt Geerts de ‘Branding’, een van de vele nautische namen die een begrip zijn op zowel Vlieland als Terschelling. ‘Op Vlieland heeft iemand het dan echter over de slijterij, terwijl een Terschellinger er een strandtent mee bedoelt,’ lacht de verslaggever. ‘Dat moet je er dan wel goed bij zetten, want Simen weet dat bijvoorbeeld al niet.’

Import

Ook op de twee radiozenders van de omroep zijn allerlei talen te horen. Zowel presentatoren als gasten spreken de taal die ze prettig vinden. Het cultuurprogramma ‘Even Bildts’ op zaterdagmiddag is bijvoorbeeld in het Bildts en in ‘Afslag Harlingen’ wordt veel Harlingers gesproken, al hangt het daar wel af van de gast. ‘We hebben tegenwoordig de nodige import die het Harlingers niet machtig is, dus dan stel ik de vragen in het Nederlands,’ aldus een van de presentatoren Henk Jan Cornelisse.

Voor Cornelisse is radiomaken een manier om de lokale identiteit te voeden, taal speelt daarin voor hem een belangrijke rol. ‘Het Harlingers is een mengelmoes tussen Nederlands en Fries. Als je luisteraars in die taal aanspreekt dan is het herkenbaar en dichtbij.’ Dat ervaart hij ook in het programma ‘Radiobingo’, waarin het populaire spelletje live via de radio wordt gespeeld. ‘Iedereen kan in z’n eigen taal deelnemen, dat is ontzettend leuk. Ik ken geen ander programma waarmee je een betere relatie krijgt met je doelgroep dan de bingo.’

Talen levend houden

Hoeveel mensen een streektaal actief spreken verschilt nogal per taal. In sommige gevallen wordt die groep steeds kleiner, zoals bij het Vlielands. Daarom is het soms ook lastig om voldoende medewerkers te vinden die een taal spreken, zegt hoofdredacteur Hofman. ‘We proberen er bij het zoeken wel op te letten, want het levend houden van de talen hoort bij onze missie om alles te laten zien en horen wat er in ons gebied gebeurt.’

Daarom besteedt de omroep ook actief aandacht aan initiatieven rond een bepaalde streektaal, zoals praatavonden in het Schylingers of het Franekers dictee. Een video over zo’n onderwerp levert weer mooi leermateriaal op, zegt verslaggever Geerts. ‘Zo proberen we een taal ook een beetje te promoten en een bijdrage te leveren aan de bekendheid ervan.’

Nieuwsbrief

Ontvang ons laatste nieuws
Hidden
Dit veld is bedoeld voor validatiedoeleinden en moet niet worden gewijzigd.