Hoe maak je nieuws toegankelijk voor mensen die laaggeletterd zijn?
Nieuws | VernieuwingEen op de zes Nederlanders boven de 16 jaar is laaggeletterd, waardoor ze moeite hebben met lezen, schrijven en soms ook rekenen. Daardoor krijgen zij het nieuws niet goed mee en zijn ze minder op de hoogte van wat er speelt in hun omgeving en de rest van de wereld. Hoe bereik je als journalist deze groep?
John Miggelenbrink uit Nieuw-Vennep heeft al zijn hele leven last van zijn taalachterstand. Als kind kwam hij niet goed mee op school en had hij veel hulp van zijn ouders nodig. Tegenwoordig helpt zijn vrouw Henriet hem met allerlei dagelijkse taken: van boodschappenlijstjes maken tot hulp bij de online cursussen voor zijn werk. ‘Rondom de verkiezingen zaten we samen veel voor de buis om het nieuws te volgen, maar John kreeg meer dan de helft van de woorden niet mee,’ zegt zijn vrouw. ‘Hoe moet hij dan stemmen, als hij niet weet wat er speelt?’ Wat John zou helpen om het nieuws beter te begrijpen? ‘Eenvoudig taalgebruik, een rustiger spreektempo en illustraties om het verhaal te ondersteunen.’
Hersenen
Een misverstand over laaggeletterde mensen zoals John is dat ze analfabeet zouden zijn. Laaggeletterden kunnen wel lezen en schrijven, alleen hebben ze hetzelfde taalniveau als een leerling in groep 8 (A2). Dat maakt het lastig voor hen om volledig mee te doen in de samenleving. Vandaar dat de overheid laaggeletterdheid op allerlei manieren probeert aan te pakken, bijvoorbeeld door subsidies voor taalcursussen te verstrekken aan gemeenten en werkgevers. Ook scholen spelen een belangrijke rol bij het voorkomen van laaggeletterdheid.
Nieuws dat dicht bij de belevingswereld van de lezer of kijker staat, is begrijpelijker voor mensen die moeite hebben met taal
Maar als er in Nederland een leerplicht geldt tot 16 jaar, hoe kunnen er dan toch 2,5 miljoen Nederlanders boven deze leeftijd laaggeletterd zijn? Dat aantal neemt volgens Stichting Lezen en Schrijven overigens toe, door vergrijzing, de komst van nieuwe migranten – waarvan een deel in hun vaderland al laagopgeleid is – en doordat steeds meer jongeren de school verlaten met een te laag taalniveau. ‘Het is lastig om exact de vinger op de zere plek te leggen,’ zegt Laurens van den Berg, medeoprichter van leeshulp Tolkie. ‘Sommige mensen raken een vaardigheid als lezen en schrijven kwijt als ze ouder worden. Onze hersenen zijn een spier die je moet blijven trainen. Anderen hebben onderwijs gemist door ziekte of zijn opgegroeid in een taalarme omgeving.’
Vluchtiger
Volgens Van den Berg zijn veranderende onderwijsmethoden ook van invloed op de leesvaardigheid. ‘Je ziet steeds vaker dat invuloefeningen zijn versimpeld of bestaan uit meerkeuzevragen. Leerlingen worden hierdoor minder uitgedaagd om te lezen en schrijven. En vergeet niet dat informatiestromen steeds vluchtiger worden. Kinderen zitten vaker voor een scherm. Een tablet zorgt voor directe bevrediging, waardoor ze minder plezier halen uit het lezen van een boek. Op leesplezier scoren Nederlandse kinderen al jaren slecht als je het vergelijkt met onze buurlanden.’
Zelf groeide Van den Berg, als zoon van een journalist, op in een gezin waar taal centraal stond. Hij raakte op jonge leeftijd geïnteresseerd in het fenomeen laaggeletterdheid en verdiepte zich erin. Twee jaar geleden ontwikkelde hij samen met voormalig docent journalistiek Jeroen van de Nieuwenhof en met steun van het Stimuleringsfonds de tool Tolkie. Met één druk op de knop maakt Tolkie het mogelijk om via een vertaling of afbeelding een tekst te vereenvoudigen. Regionale media als NH Nieuws en lokale omroepen als Omroep Tilburg en Omroep Venlo maken hiervan gebruik op hun website.
Naast Tolkie zijn er meer tools om teksten toegankelijk te maken. De startup Typetone doet met steun van SVDJ onderzoek naar hoe redacties, journalisten, schrijvers en communicatieprofessionals kunnen blijven focussen op kwaliteit. Typetone genereert met kunstmatige intelligentie teksten op B1-niveau. Meer informatie via https://www.typetone.ai/nl/
Ook landelijke media vinden het belangrijk om laaggeletterden in hun nieuwsbehoefte te voorzien. De NOS ontwikkelde een aantal jaar geleden Nieuws van de Week, een journaal speciaal aangepast op het niveau van laaggeletterden. Nieuwssite NU.nl wil toegankelijk zijn voor zoveel mogelijk mensen en probeert daarom veel artikelen in taalniveau B1 te schrijven. Libelle maakt sinds 2022, in samenwerking met Stichting Lezen en Schrijven, een speciale uitgave voor laaggeletterden. Vorig jaar kwam daarvan ook een manneneditie uit: Libello. Teksten zijn in die uitgaves in een lager taalniveau (A2/B1) geschreven en er is een eenvoudiger vormgeving.
Angstporno
Heel goed, dat soort initiatieven, vindt Jacques de Wit. Hij is directeur van de stichting Leer Zelf Online en van Steffie.nl, een platform dat informatie toegankelijker wil maken. Volgens hem is het namelijk ook de verantwoordelijkheid van nieuwsmakers dat laaggeletterde mensen kunnen participeren in onze maatschappij en beter leren lezen. Wat De Wit betreft is nieuws soms onnodig ingewikkeld.
Hoe je het als journalist toegankelijker maakt? ‘Het is misschien een open deur, maar probeer het wat vaker op B1-niveau te brengen. En wissel verdiepende stukken af met luchtige verhalen. We hebben niet elke dag behoefte aan een vijfgangendiner.’ Zelf spreekt hij overigens liever niet van laaggeletterden, maar van mensen die een zetje kunnen gebruiken. ‘Het woord laaggeletterdheid is stigmatiserend.’
De Wit pleit verder voor meer constructieve én inclusieve journalistiek. ‘De gevleugelde uitspraak dat goed nieuws geen nieuws is, is achterhaald. Een taalachterstand kan voor eenzaamheid of depressie zorgen, maar angstporno in de media ook,’ stelt De Wit. ‘Het is jammer dat het SBS6-programma GoedNieuws Vandaag is geflopt. Het idee is goed: oplossingen bieden voor maatschappelijke problemen en laten zien wat er wél goed gaat. Het probleem is dat redacties niet altijd een afspiegeling van de samenleving vormen. Stap uit je voornamelijk witte grachtengordelbubbel en breng nieuws dat dichter bij de belevingswereld van je kijker of lezer staat. Dat maakt het niet alleen herkenbaar, maar ook begrijpelijker. Helemaal voor mensen die al moeite hebben met taal. Regionale media brengen vaker het verhaal ván de Nederlander in plaats van óver de Nederlander. Zo geef je het nieuws een gezicht. Dat zorgt voor meer betrokkenheid.’
Contact
Ook Van den Berg onderstreept het belang van laagdrempelig nieuws, al snapt hij ook dat niet elk medium zich hiervoor leent. ‘Vraagt jouw doelgroep om een wat ingewikkelder of creatiever vocabulaire, dan biedt een leeshulp als Tolkie de oplossing voor mensen die moeite hebben met taal, maar wél het nieuwsbericht willen volgen.’
Volgens Van den Berg is het voor nieuwsmakers belangrijk om duidelijk voor ogen te hebben wie de doelgroep zijn, en regelmatig een lezers- of kijkersonderzoek te doen. ‘Blijf in contact met je publiek. Zij kunnen jou het beste vertellen wat ze van je magazine, krant of programma vinden.’