De toekomst van feministische journalistiek volgens het eerste Nederlandse tijdschrift voor de vrouwenzaak
Nieuws | Op de werkvloerVolgend jaar blaast feministisch magazine en – tegenwoordig – online platform Lover vijftig kaarsjes uit. De positie van vrouwen in Nederland is inmiddels flink verbeterd, maar er is nog genoeg werk aan de winkel. ‘De huidige maatschappij biedt vrouwen nog steeds op allerlei fronten minder mogelijkheden en kansen.’
‘Lesbieuze geschiedschrijving’. ‘Truttig of dood: moeders in kinderboeken’. ‘Buitenechtelijke kriebels en de rebellie van het gothic genre’. Het archief van Lover is een ware goudmijn voor journalisten en feministen. Op een cover uit het eerste jaar prijkt de naam van de iconische schrijver Andreas Burnier, naast coverteksten waaruit blijkt hoe veelomvattend de thematiek ook toen al was: ‘overgang, sexualiteit, vrouwenmishandeling, Franse literatuur, Vrouwen onder Apartheid’.
Het laatste nummer van het tijdschrift stamt uit 2011, tegenwoordig is het een online platform, maar Lover (op zijn Nederlands, want het komt van ‘literatuuroverzicht’) heeft een historie om u tegen te zeggen. Vanaf 1974 verscheen het aanvankelijk als literatuurlijst bij de nieuwsbrief van feministische organisatie MVM (Man Vrouw Maatschappij), maar al snel groeide het uit tot een magazine. Lover was een van de eerste mediakanalen die zich in Nederland op ‘de vrouwenzaak’ richtten. Inmiddels is het echter lang niet meer zo bekend en populair als in de hoogtijdagen. Hoe kan dat, in een tijdperk waarin termen als diversiteit en inclusie hoog op de agenda staat en ‘feminist’ een term is geworden die we trots op een t-shirt dragen?
Drukke vrijwilligers
Sinds maart dit jaar is Mirjam Brouwer hoofdredacteur van Lover. Dat werk doet ze onbezoldigd, net als de rest van haar redactie, een wisselend team van schrijvers en beeldmakers. Het kost haar een uur of acht per week, naast haar werk als docent Nederlands in het volwassenenonderwijs. ‘Het scheelt dat ik freelancer ben, en meer controle heb over het indelen van mijn tijd dan iemand in vaste dienst: de dingen voor Lover kunnen relatief makkelijk tussendoor. Maar als het fulltime en betaald zou kunnen, deed ik het meteen.’
¬ Hoofdredacteur van Lover: Mirjam Brouwer. Foto: © Freek van den Bergh
Haar team bestaat vooral uit jonge mensen. Brouwer: ‘Hun enthousiasme en frisse blik vind ik fijn. Ze schrijven graag over zaken die spelen in hun eigen leven, waaraan ze merken dat het absoluut nog niet eerlijk verdeeld is in de wereld. Denk aan het huishouden, trouwen en de zorg voor kinderen. Maar ook het klimaat, decriminalisering van abortus en de representatie van vrouwen en andere gemarginaliseerde groepen komen veel aan bod.’ De drukke levens van het team zorgen wel voor uitdagingen. ‘Laatst hoorde ik dat de redactie vroeger de hele maandag samen vergaderde. Dat zit er bij ons echt niet in. Het verlangen om te schrijven is er, ook omdat ze zich willen ontwikkelen als schrijver en feminist, maar volle agenda’s zitten soms in de weg. Daardoor moet ik er af en toe best aan trekken. Tegenwoordig schakelen we soms externe auteurs in, met als bijkomend voordeel dat zij hun eigen netwerk en volgers meenemen waardoor onze bezoekers en volgers groeien.’
Beginjaren
Social media is in ieder geval iets waar Lover zich bij de start in 1974 geen tijd in hoefde te steken. De oorspronkelijke missie was het verzamelen en verspreiden van literatuur over de vrouwenbeweging. Na een fusie met andere organisaties werd Lover een uitgave van het Internationaal Informatiecentrum en Archief voor de Vrouwenbeweging, de voorloper van Atria, waardoor er een aantal betaalde werknemers aangenomen kon worden. Dat hield op in 2009, waarna er bezuinigd werd en de print-uitgave in 2011 overging in een website.
De huidige maatschappij biedt vrouwen nog steeds op allerlei fronten minder mogelijkheden en kansen
Er is in die vijftig jaar dus nogal wat veranderd, weet ook Jeroen de Wildt. Hij was een van de oprichters van Lover. ‘In de jaren zeventig werd er met dedain over vrouwen gesproken, daar ergerde ik me ontzettend aan. Pas in 1976 werd het verboden om vrouwen te ontslaan bij huwelijk of zwangerschap, dat kun je je nu toch niet meer voorstellen? Lange tijd leek bewustwording de sleutel; dan zou verandering vanzelf komen. Maar we hadden al snel door dat het niet zo gemakkelijk zou zijn om de machtsverhoudingen aan te passen.’
De behandelde onderwerpen kwamen deels overeen met die van nu, maar verschilden ook. De Wildt: ‘Migrantenvrouwen waren in eerste instantie minder in beeld. En in de jaren tachtig kwam het gesprek over seksueel geweld en intimidatie op. Maar dat wetenschappelijk onderzoek vooral op mannen was gericht en daardoor vaak niet relevant was voor vrouwenlevens, was bijvoorbeeld ook toen al een onderwerp.’
Vijf jaar zat De Wildt in de redactie, als enige man. ‘Ik was en ben een overtuigd onderdeel van de feministische beweging. Dat ik een man ben, inclusief de privileges die daarbij zitten, daar kan ik me niet aan onttrekken. Maar qua overtuigingen zaten we op één lijn.’
Noodzaak
Ondanks het feit dat feminisme tegenwoordig een mainstream onderwerp is, blijft Lover wat betreft naamsbekendheid achter bij media als Opzij. Voor onderwerpen als diversiteit en inclusie is er nu ook aandacht bij nieuwe media als LINDA Meiden en podcast Damn Honey. Maar Lover heeft nog altijd bestaansrecht, volgens bestuursvoorzitter Miranda Valkenburg. In 2019 nam ze de taak op zich om de financiën en organisatie van Lover recht te trekken. ‘We hebben de boel nu beter op de rit en zijn er klaar voor om 2024, ons jubileumjaar, vol energie in te gaan.’
Want, zegt ze, het is nog steeds nodig om een eerlijk beeld van de ongelijkheid in de wereld te tonen. Hoe meer media dit doen, hoe beter. ‘We noemen een fulltime werkende moeder niet langer “ontaard”, maar tegelijkertijd ontstaat er een conservatieve tegenbeweging die het patriarchaat ziet als het ideaalbeeld. Lover kan misstanden benoemen en voor het voetlicht brengen, ik geloof heilig in die educatieve functie. Plus: het delen van deze frustraties is een grote steun voor mensen onderling.’
Mede-oprichter De Wildt kijkt met gemengde gevoelens naar de maatschappelijke veranderingen van de afgelopen decennia: ‘Jonge vrouwen staan nu sterker in hun schoenen, maar er is nog genoeg werk te doen voor Lover. Ik vind het jammer dat het platform tegenwoordig weinig invloed heeft op het discours. De redactie zou wat mij betreft minder over persoonlijke ervaringen moeten schrijven en meer vanuit een bredere maatschappelijke en wetenschappelijke blik, met de inzet van feministische deskundigen. De huidige maatschappij biedt vrouwen nog steeds op allerlei fronten minder mogelijkheden en kansen: maar 2 procent van de investeringen gaat naar vrouwelijke ondernemers, de loonkloof is nog steeds gigantisch. Als Lover dat soort zaken hartstochtelijk en gedegen in beeld brengt, dan is er voldoende werk voor de komende vijftig jaar.’
Auteur Sara Madou zit als vrijwilliger in de Raad van Toezicht van Lover