Developers in de journalistiek: ‘Natuurlijk kan ik elders meer verdienen’

Voor developers liggen de banen voor het oprapen, in allerlei sectoren. Drie van hen vertellen waarom ze kozen voor de journalistiek.

Een baan vinden in de media is hartstikke makkelijk – als je developer (softwareontwikkelaar) bent dan. Dan hebben journalistieke bedrijven altijd wel een vacature voor je. De redenen liggen voor de hand. ‘Online’ – de site, de app, speciale producties – is belangrijker geworden, net als data en het slim werven van abonnees.

Helaas voor mediabedrijven zit men ook in andere sectoren te springen om developers. Een diploma wordt soms niet eens meer geëist. En de geboden salarissen zijn hoog. In commerciëlere sectoren valt dan ook fors meer te verdienen dan in de journalistiek.

Developers van respectievelijk NOSop3, het Nederlands Dagblad en De Correspondent vertellen waarom zij tóch deze keuze maakten – en wat ze aantrekkelijk, wonderlijk of lastig vinden aan werken op een redactie.

‘Deze deadlines was ik niet gewend in de IT’

Roos Verkade (33) maakt als creative front end developer bij NOSop3 interactieve nieuwsverhalen. Zoals ‘Stikstof uitgelegd’, waarbij de gebruiker kan kiezen op welk niveau hij het onderwerp uitgelegd krijgt. Verkade vormt een drie-eenheid met redacteuren en vormgevers.

‘Ik keek met een vriend een uitlegvideo van NOSop3 en zei: wat zou het leuk zijn om daar te werken. Twee weken later zaten ze opeens in mijn inbox met de vraag of ik er wilde solliciteren. Ik heb het gemanifesteerd ofzo, haha. Niets ten nadele van mijn vorige baan, maar ik hoefde er niet lang over na te denken.

Nadat ik Media & Cultuur had gestudeerd hoopte ik in de culturele sector terecht te komen, het liefst iets met media. Maar daarin zijn weinig banen, zeker als je net afgestudeerd bent. Via een vriendin kwam ik bij een bedrijf terecht dat educatiesoftware ontwikkelt, als assistent van de product owner. 

In die tijd merkte ik dat ik goed kan regelen en plannen. Maar ik vind het leuker om dingen te creëren. Het bedrijf wilde me wel intern opleiden tot developer. Er is een datum afgesproken, zo van: vanaf dan ben je niet meer Roos de assistent, maar Roos de front end developer.

Later ben ik onder andere een tijdje gedetacheerd geweest bij KPN.  En toen kwam de NOS langs. Wat ik daar maak zijn niet de standaard IT-producten. Ik werk veel samen met de redacteuren en vormgevers. Heel anders dan wanneer klanten een app of een bedrijfswebsite bestellen.

Je kijkt met een andere blik: wat is de nieuwswaarde, hoe breng je het verhaal over? Het moet natuurlijk ook qua functionaliteit goed in elkaar zitten, maar het verhaal is leidend.

Als we beginnen, hebben we alleen een onderwerp, geen inhoud en geen idee hoe het eruit gaat zien. De eerste paar dagen splitst iedereen op. De redacteur gaat research doen. De vormgever kijkt: hoe kan ik dit goed en leuk ontwerpen? En ik kijk wat de technische opzet kan zijn. Vervolgens komen we weer bij elkaar om af te stemmen. Want een vormgever kan bijvoorbeeld wel iets bedenken, maar als ik het niet kan bouwen, kunnen we het niet maken.

De IT-sector is heel gestructureerd, terwijl de journalistiek is gewend om ad hoc te reageren. Journalistiek is ‘snel’, iets moet op een bepaald moment naar buiten. Dat zijn niet de deadlines die ik gewend was.

Of ik elders meer kan verdienen? Natuurlijk bieden de miljoenenbedrijven die IT’ers zoeken meer. Maar het gaat erom wat je belangrijk vindt in het leven. Ik vind het op dit moment belangrijk dat ik een maatschappelijke bijdrage lever.’ 

‘Webshops in elkaar klikken geeft weinig voldoening’

Bob Mulder (29) is twee tot drie dagen per week full stack developer – dat betekent dat hij aan de voor- én de achterkant van een website werkt – bij het Nederlands Dagblad (ND). Daaromheen maakt hij als freelancer apps en sites voor bedrijven.

‘Het ND had geen developers in dienst, dus de krant haalde alles lang van buiten. Zo komen de app en de site van een extern bedrijf. Nu heeft de krant mij en nog een developer als vaste medewerkers. We hebben nu meer grip op de systemen in plaats van dat we afhankelijk zijn van anderen. Het besef groeit dat de papieren krant een keer verdwijnt en dat je de transitie naar online first goed moet uitvoeren.

Ik had niet altijd al een passie voor de journalistiek. Maar ik vind journalistiek wel iets relevants, dat volop in beweging is. En bij het ND zit ik ook nog op het christelijke vlak.

De tagline van mijn LinkedIn is “Maakt software met een hoger doel”. Ik heb altijd wel een onderliggende motivatie nodig, want alleen maar webshops in elkaar klikken geeft niet gek veel voldoening. In die tagline zit ook een christelijke component. Dat je je werk doet om – om het even evangelisch te zeggen – iets voor het Koninkrijk van God te betekenen.

We koppelen momenteel de systemen waarmee we de krant maken, zodat die met elkaar kunnen “praten”. Dat doen we deels met eigen software. Nu ik bij het team zit, kunnen we die bouwen.

Ik zit een paar meter bij de klantenservice vandaan, dus ik hoor welke problemen steeds terugkomen. Zo verloopt het registratieproces niet altijd makkelijk. We hebben onlangs een nieuwe abonneerpagina live gezet. Ook zetten we een portaal op waarin christelijke studentenverenigingen speciale abonnementen kunnen aanbieden aan hun leden.

De skills die je als developer op een redactie toepast zijn niet heel anders dan elders. De omgeving zelf spreekt wél meer tot mijn verbeelding. Je bent ineens bezig met vragen als: hoe lezen mensen een artikel, hoe kan een appgebruiker snel nieuws vinden waarin hij geïnteresseerd is?

Ik ben de mens achter de krant gaan zien. Het ND was iets anoniems, waar ik een beetje tegenop keek. Nu ik er rondloop, zie ik dat het ook maar gewoon een club mensen is die goede dingen proberen te doen.

Ik krijg een normaal uurtarief, maar als het me om geld zou gaan, zou ik hier niet werken. Het ND heeft geen oneindig budget. Daar hou je dan ook wel rekening mee bij de onderhandelingen.’

‘In de journalistiek mag je niet valsspelen’

Jasper Wissels (39) is back-end developer bij De Correspondent. Eerder werkte hij onder andere bij de webshop Plein.nl en was hij zzp’er.

‘Ik las een stuk van Jesse Frederik over de blockchain en onderaan stond dat De Correspondent developers zocht. Ik vond het een heel goed stuk, dus ik dacht: daar wil ik wel werken.

Het voornaamste verschil met mijn eerdere banen, is dat De Correspondent bepaalde gereedschappen niet wil gebruiken. Bij een webshop doe je alles om de omzet te maximaliseren en is privacy niet belangrijk. Als je letterlijk de muis van je gebruikers hebt zien bewegen, ga je daar ongemak bij voelen. Dan ga je vanzelf zoeken naar organisaties waar bepaalde kernwaarden meer terugkomen. Tegelijkertijd heb ik hier hetzelfde doel als bij een webshop. Je bent een online platform, je wil groeien en een goede dienst leveren. Alleen: je mag niet valsspelen.

Ik begon met webdevelopment naast mijn studie. Destijds wist ik niet dat dat je baan kon zijn. Computeren deed je in je vrije tijd. Uiteindelijk heb ik mijn studies niet afgemaakt en ben ik fulltime gaan developen.

Ik vind het technische aspect het minst interessant. Andere mensen kunnen veel beter programmeren dan ik. Het moeilijke is het vertalen van wat iemand wil, naar wat gemaakt moet worden. Ik ben goed in begrijpen waar de knelpunten zitten. 

Dat doe je door veel op de werkvloer te zijn en te zien waar het stroef loopt. Dan hoeven journalisten niet  na te denken over hoe ze hun stukken online krijgen, maar alleen over wat ze gaan schrijven.

In de journalistiek botsen soms de journalistieke belangen met de operationele, commerciële belangen. Er is bij De Correspondent zelden iemand die heel duidelijk van bovenaf zegt: we moeten die kant op. In die situatie moet je kunnen navigeren, en daardoor moet je ook wel mondig zijn. Het is niet alleen maar taken uitvoeren. Je moet veel doorvragen: waarom willen we dit, wat kunnen we ermee?

Verder is dataveiligheid vaak een punt. Je hebt soms gevoelige informatie die je voor bepaalde mensen beschikbaar moet houden , maar verder moet afschermen. En hoe ga je om met data waarvan we nog niet weten wat het is, of die we eigenlijk niet zouden mogen hebben?

Ik denk wel dat ik elders meer kan verdienen, maar dat heeft altijd een prijs. Zoals minder leuke collega’s of meer stress. Of een slechter pensioen, of een manager die je belt in het weekend. Het is niet voor niets dat je meer geld krijgt.

Ik denk overigens niet dat je slecht betaald wordt als developer in de journalistiek. In mijn team zijn we relatief grootverdieners. Er zijn redacteuren die even hard werken, die verdienen echt minder dan ik.’