Irene Costera Meijer: ‘Ik hoop dat jongeren actieve nieuwsgebruikers blijven’
Nieuws | De VoorspellersIrene Costera Meijer nam in november afscheid als hoogleraar journalistiekwetenschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze deed veel onderzoek naar de ervaringen en wensen van nieuwsgebruikers.
‘Ik hoop dat 2024 het jaar van de gebruikersethiek wordt. Daarmee bedoel ik dat mensen zich bewust worden van de consequenties van hun nieuwsgebruik. Ze moeten zich realiseren dat waarop zij klikken deels bepaalt welke media blijven bestaan.
In lessen over nieuwsgebruik of cursussen mediawijsheid ligt in de regel een eenzijdige nadruk op het herkennen van onbetrouwbaar nieuws. Het gaat dan met name om het leren herkennen van nepnieuws, onder andere door het leren maken ervan. Maar daarmee onderschatten we desinformatie: het verspreiden van informatie met een bepaald strategisch doel. Strategische desinformatie is vaak gericht op media zelf: Twitter- of Facebookberichten versturen die te schokkend of te aantrekkelijk zijn om te negeren, of het organiseren van een nieuwsfeit om maar in het nieuws te komen – source hacking.
Genept
Voor die mediamanipulatie moet ook aandacht zijn in die lessen. Dus hoe niet alleen jijzelf, maar ook journalisten genept en beïnvloed worden. Maar het allerbelangrijkste is dat er in het onderwijs over mediawijsheid meer aandacht komt voor de vraag: hoe herken je betrouwbaar nieuws? Dat gaat om bronnen checken, van welke bronnen je mag aannemen dat ze betrouwbare informatie verschaffen, maar ook aan welke criteria een echt nieuwsbericht moet voldoen.
Nieuwsgebruikers hebben ook verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van berichtgeving. Als een medium het verkeerd blijkt te hebben, moet je het niet meer gebruiken of je moet het initiatief nemen de informatie aan te vullen. Nieuwsmedia dienen constructieve feedback te waarderen en misschien zelfs aanvullingen van lezers of kijkers bij bepaalde nieuwsberichten actief aan te moedigen, als de journalist aangeeft ook niet alles te overzien.
In gesprek
Ik maak me er zorgen over dat mensen, met name jongeren, minder bereid zijn te betalen voor nieuws. Dat heeft er volgens mij mee te maken dat nieuwsorganisaties niet goed uitleggen waarin zij onderscheidend zijn, voor welke waarden ze staan en waarop ze aanspreekbaar zijn. Op sociale media kunnen nieuwsgebruikers onderling praten over het nieuws, maar er is zelden een plek om in gesprek te gaan met journalisten. Zo’n plek voor een gesprek is nadrukkelijk wat anders dan een Twitter-draadje waar iedereen kan klagen over de NOS.
Als jij als nieuwsorganisatie iets doet wat jongeren waarderen, willen ze weten wat ze terug kunnen doen
We weten uit onderzoek dat jongeren snel denken: als jij er geen energie in steekt, doe ik het ook niet. Ze herkennen het feilloos als een nieuwsorganisatie iets deelt op TikTok wat eigenlijk van Instagram komt. Dat vraagt dus van nieuwsorganisaties dat ze kennis hebben van de verschillende sociale media, elk platform werkt weer net anders. Maar het omgekeerde geldt ook: als jij als nieuwsorganisatie iets doet wat jongeren waarderen, willen ze weten wat ze terug kunnen doen. Liken? Delen? Betalen? Wederkerigheid staat centraler als waarde.
Jongeren zijn bovendien actievere mediagebruikers dan ouderen. Een krant lezen die daarna de papierbak in gaat, dat is voorbij. Jongeren doen van alles met nieuws: delen, becommentariëren, er een meme van maken. Ik hoop dat ze die houding vasthouden en veel maatschappelijker invullen, om zo het nieuws beter te maken.’
De voorspellers 2024
Wat staat de journalistiek in 2024 te wachten? Voor de zevende keer blikken we vooruit op een nieuw jaar. Twaalf journalisten, onderzoekers en andere mediakenners vertellen wat ze verwachten van 2024. Bekijk ze hier allemaal.